Een gedeelde verantwoordelijkheid

Wat kunnen de paden zijn waarlangs we onze zorg heroriënteren om die “houdbaarder” te maken? Met andere woorden: hoe kunnen we met de beschikbare capaciteit aan mensen en middelen toch zoveel mogelijk kwaliteitsvolle zorg leveren in een zorgsysteem dat breed toegankelijk blijft? Hiervoor is doortastendheid nodig en een echt masterplan. Het zal moed en durf vragen van alle stakeholders, zorgaanbieders, beroepsgroepen en de overheid. We kunnen de problemen immers niet “apart aanpakken” binnen de verschillende lijnen of segmenten van de zorg. Het kan alleen maar door over de muren te kijken en radicale veranderingen door te voeren, door voluntaristisch en op een andere manier te gaan samenwerken. Het is langetermijnbeleid. We vragen dat de overheden hier absoluut mee starten in de komende legislatuur en nodigen alle zorgaanbieders en beroepsgroepen uit om out of the box mee te werken aan oplossingen vanuit één globale doelstelling: kwaliteitsvolle en toegankelijke zorg voor kwetsbare mensen met een optimale aanwending van publieke middelen.
 

  • Ontwikkel een arbeidsmarktbeleid dat de kerntaken ondersteunt.

  • Ontwikkel projecten waar zorg efficiënter kan verleend worden en waar mensen elkaar gemakkelijker kunnen helpen: alternatieve woonvormen, intergenerationele vormen van wonen. Creëer daarvoor een regelluw klimaat.

  • Maak wonen betaalbaarder voor kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een psychische kwetsbaarheid.

​​​​

FVLPopulatiebreed werken aan gezondheid betekent dat we niet vertrekken van het individu, maar van de noden van een groep, een wijk, een buurt, een regio. Het betekent ook dat we expliciet gaan werken op de indirecte factoren die bijdragen tot gezondheid en ziekte. En dat vergt een veel breder en domeinoverschrijdend beleid dan enkel de zorg. Onderwijs, huisvesting, mobiliteit, ruimtelijke ordening, voeding… Gezondheid wordt zo een breed gedragen collectieve verantwoordelijkheid. Mensen gezond houden staat centraal. Hierover kennis en vaardigheden bijbrengen, kijken naar de impact van beleidsbeslissingen voor de gezondheid op domeinen als mobiliteit, verkeersveiligheid, voeding, huisvesting… kunnen een enorme impact hebben om onze zorg houdbaar te houden. Bovendien maakt die basisinstelling meteen ook een belangrijke connectie met de andere manieren van leven en consumeren die nodig zijn om de klimaatcrisis aan te pakken. Alle beleidsdomeinen moeten worden gestimuleerd om hun verantwoordelijkheid te nemen in deze demografische transitie.
 

 FVLDe Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) spoort de landen aan om proactief acties te ondernemen voor het behoud en het verbeteren van de levenskwaliteit van oudere mensen, hun families en de gemeenschappen waartoe zij behoren.
De WHO heeft de periode van 2021-2030 tot de decade van healthy ageing uitgeroepen en vraagt om hiervoor concreteouderen initiatieven te nemen op 4 actiedomeinen:

  • De realisatie van leeftijdsvriendelijke leefomgevingen. Hierbij wil men de sociale determinanten van het gezond ouder worden aanpakken en alle mensen, ongeacht hun niveau van fysieke of mentale capaciteit, in staat stellen de dingen te blijven doen die ze belangrijk vinden en een waardig leven te leiden.
  • De strijd tegen de leeftijdsdiscriminatie. Dit gaat over stereotypering (hoe we denken), vooroordeel (hoe we ons voelen) en discriminatie (hoe we handelen) jegens mensen op basis van hun leeftijd.
  • Inzetten op geïntegreerde zorgmodellen, opdat de zorg en ondersteuning voor ouderen goed wordt gecoördineerd tussen de verschillende gezondheids- en sociale zorgverleners, met voldoende inbreng van de ouderen zelf.
  • Ontwikkeling van duurzame, toekomstbestendige langdurige zorg zodat ouderen zo lang mogelijk hun functionele capaciteiten kunnen behouden en een waardig leven leiden.

Alle beleidsdomeinen kunnen bijdragen aan de realisatie van deze vier actiedomeinen en dat zal nu, meer dan ooit, nodig zijn.
 

 FVDe personeelsschaarste in de zorg staat niet op zich. Er is een algemene krapte op de arbeidsmarkt; de lijst met knelpuntberoepen wordt steeds langer. Er zijn gewoon mensen te kort om alle vormen van productie en dienstverlening in stand te houden waarop onze samenleving is gebouwd. Er is weliswaar nog een groep inactieven, die mits gerichte inspanningen naar de arbeidsmarkt kunnen worden geleid. Maar dat zal onvoldoende zijn om de structurele tekorten te drukken. De vraag is dus veeleer op welke manier we met minder mensen hetzelfde werk gedaan krijgen. En wat zijn daarbij kernactiviteiten die binnen het arbeidsmarktbeleid moeten worden ondersteund? Zorg moet daar zeker een van de prioriteiten zijn.
 

 VLOok de manier waarop we wonen en onze ruimte inrichten, speelt een rol in hoe we de zorg in de toekomst organiseren. Over een halve eeuw zullen er in Vlaanderen ruim 7,6 miljoen mensen wonen op een relatief kleine oppervlakte. De manier waarop we de ruimte ingenomen hebben en het soort huizen waarin we wonen, doen niet alleen wegen dichtslibben, maar maakt ook de zorg niet evident. Misschien moeten we ook de kilometerslange lintbebouwing waar zorgautootjes af en aan rijden om mensen met een zorgvraag te verzorgen in hun dikwijls veel te grote en/of onaangepaste huizen, in bepaalde situaties in vraag durven stellen. Bovendien werkt die verspreide manier van wonen de eenzaamheid van de stijgende groep alleenwonenden – ouderen, maar ook jongere generaties – in de hand. Het is een illusie om te denken dat “zo lang mogelijk thuis wonen” voor ouderen de optie is die altijd en overal ook de meeste levenskwaliteit biedt.

We kunnen onze zorg houdbaarder houden door onze dorpen en steden “zorgvriendelijker” te maken. Wat kan dat betekenen? Door vormen van wonen te creëren waarbij generaties en groepen dichter bij elkaar wonen, en meer voor elkaar kunnen zorgen. Er moeten kleinere woonunits komen, dicht bij scholen, parken, eetgelegenheden, waar de infrastructuur aangepast en toegankelijk is. Daar kunnen we de thuiszorg op een menselijker manier organiseren. En geven we “community building” een echte kans. We spreken nu veel over buurtgerichte zorg, maar in de verspreide Vlaamse bebouwing krijg je die maar moeilijk van de grond. De manier waarop we wonen kan zo bepalend zijn voor het vrijwillige engagement dat andere generaties kunnen en willen opnemen in de zorg. We hebben plekken nodig waar ouderen zelfstandig wonen en zich verzekerd weten van het contact, de zorg en geborgenheid van andere mensen om zich heen. Dichter bij elkaar wonen zal ook de eenzaamheid – een steeds groter wordend maatschappelijk probleem – minder kansen geven. Laat ons creatief zijn in het bedenken van nieuwe concepten van zorg en samenwonen.
 

TERUG NAAR HET OVERZICHT