Mineke Viaene
29/06/2023
Zorgbeleid Algemene Ziekenhuizen Geestelijke gezondheidszorg Eerste lijn

“Win-win-win-verhaal: voor artsen, ervaringsdragers én mensen met een verslaving”

Good practice geïntegreerde zorg: vzw Verslavingskoepel

“Win-win-win-verhaal: voor artsen, ervaringsdragers én mensen met een verslaving

Door samen te werken met ervaringsdragers, slaagt vzw Verslavingskoepel Kempen erin om betere hulp te bieden aan patiënten met een verslaving en het herval in te dijken. Neurologe Mineke Viaene en ervaringsdrager Patrick Nijsmans doen hun verhaal.

Hoe het allemaal begonnen is? “Doordat ik in mijn jonge jaren veel te veel heb gedronken”, grijnst Patrick Nijsmans. Hij was al lang lid van de AA, maar wilde meer betekenen voor mensen met een verslaving. “In 2012 hebben we een adviesraad opgericht met allerlei partners in de verslavingszorg. Zo ontmoette ik ook Mineke Viaene en ik vertelde haar dat ik graag iets voor haar wilde betekenen.” Pas enkele jaren later kwam het ook effectief tot een samenwerking, vertelt Viaene. “Ik was toen net diensthoofd ad interim van de afdeling neurologie van Ziekenhuis Geel en mijn mailbox zat altijd vol boze berichten. Wij zijn een ziekenhuis zonder PAAZ-afdeling, net als de meeste ziekenhuizen in de Kempen, een regio waar het helaas armoe troef is qua psychiatrie. We hebben ook geen verslavingsafdeling, dus wanneer patiënten met een verslaving arriveerden op onze spoedgevallendienst, was er altijd veel onenigheid tussen de afdelingen: niemand wilde hen opnemen. Meestal belandden ze dan op de dienst neurologie. Maar omdat de patiënten daar niet altijd de juiste zorg kregen, vertrokken ze vaak boos. Waarop weer kwade telefoons van familie volgden. Er moest iets veranderen, en toen dacht ik dus terug aan die ontmoeting met Patrick. Als hij me wilde helpen, was dat het proberen waard.”

Mineke Viaene
Mineke Viaene: “Vroeger ging 5% van de verslaafde patiënten na een opname naar een zelfhulpgroep, nu is dat 60%”

Na overleg besloten Viaene en Nijsmans de handen in elkaar te slaan en een vrijwilligerswerking uit te bouwen met ervaringsdragers die zelf ooit te maken kregen met een vorm van verslaving. “We noemen hen bewust geen ervaringsdeskundigen, omdat we hen niet opleiden tot (pseudo-)therapeuten. Maar zij zijn wel aangewezen ‘gidsen’ voor patiënten met een verslaving, omdat zij hun ervaring uit de eerste hand kunnen delen. Met de steun van het OCMW Geel hebben we een vrijwilligerswerking uitgebouwd – intussen zijn er al vijftig vrijwilligers – met twee coördinatoren: één professional en één ervaringsdrager. Dat duale verhaal is cruciaal: we vullen elkaar perfect aan, het is altijd tweerichtingsverkeer. Intussen zijn we uitgegroeid tot een groot netwerk van vier ziekenhuizen, 21 OCMW’s, talloze huisartsen uit 27 gemeenten, een residentieel drughulpverleningscentrum en 15 zelfhulpgroepen.”

Ervaringsdrager als gids

Wanneer een patiënt met verslavingsproblemen binnenkomt in een van de ziekenhuizen, krijgt die meteen een medische detox, legt Viaene uit. “Gemiddeld duurt zo’n opname 7 dagen. Nadien valt er weer goed met de patiënt te praten. Intussen gaat de sociale dienst op zoek naar een ervaringsdrager met een goede match qua leeftijd, geslacht en verslavend product. Die gaat met de patiënt in gesprek en wordt zijn gids.” Als ervaringsdrager weet je nu eenmaal wat zo’n patiënt doormaakt, vertelt Nijsmans. “We gaan op zoek naar alle hulp die nodig is en wijzen de weg. Zelfhulpgroepen zijn altijd een logische stap, maar we kunnen ook meegaan naar de huisarts, naar het CAW voor slachtoffer-dader-bemiddeling, naar eerstelijnsdrughulp, enzovoort. En we verliezen de context niet uit het oog: als de omgeving van een verslaafde betrokken wordt, krijgt die meer begrip en kunnen zij na verloop van tijd onze rol overnemen.”

Het zorgpad Transmurale Verslavingszorg, zoals dit project officieel heet, is duidelijk een win-win-situatie voor alle partijen. “Voor ons is het een enorme ontzorging”, vertelt Viaene. “Wij kunnen doen waar we goed in zijn - medicinale detox - en we weten dat de patiënten uitstromen naar een pad zonder wachtlijsten dat levenslange zorg biedt. Ook de huisartsen, die een groot deel van de nazorg leveren, zijn heel enthousiast over dit verhaal.” Ook de vrijwilligers halen hier een groot voordeel uit, vertelt Nijsmans. “Voor ons is dit een vorm van therapie. Je moet natuurlijk je anonimiteit opgeven - iets wat bij de AA niet hoeft - maar je krijgt de kans om anderen te helpen. En omdat je telkens weer geconfronteerd wordt met verslaving, blijf je gemotiveerd om zelf nuchter te blijven.”

“Onze vrijwilligers zijn aangewezen ‘gidsen’ voor patiënten met een verslaving, omdat zij hun ervaring uit de eerste hand kunnen delen”

Het project bestaat nu vijf jaar en kan al mooie resultaten voorleggen, vertelt Viaene. “Vroeger ging 5% van de verslaafde patiënten na een opname naar een zelfhulpgroep, nu is dat 60%. En het aantal ongeplande heropnames rond verslaving is gehalveerd. Ter vergelijking: bij andere psychiatrische problemen is dat aantal heropnames verviervoudigd. Het loont dus echt om iets te ondernemen. De enige grote uitdaging blijft de financiering. De zelfhulpgroepen zijn een Vlaamse bevoegdheid, de ziekenhuizen vallen onder het federale niveau. Dat maakt het heel complex om middelen te verzamelen. Bovendien krijgen we vanuit de overheid maar drie dagen zorg voor de opname van een patiënt met verslaving, terwijl een goede detox een week duurt.”

Gerelateerde artikels

TEKST: STEFANIE VAN DEN BROECK – BEELD: PETER DE SCHRYVER

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.