Timothy Taerwe
29/06/2023
Zorgbeleid Woonzorg

"65 procent van de mensen die we begeleiden, keren nadien terug naar huis”

Good practice geïntegreerde zorg: vzw De Bron

"65 procent van de mensen die we begeleiden, keren nadien terug naar huis

In een ideale wereld blijven ouderen zo lang mogelijk thuis wonen, maar in de praktijk belanden ze vaak vroegtijdig in een woonzorgcentrum. Oriënterend kortverblijf kan dat voorkomen, vertelt Timothy Taerwe van vzw De Bron.

Timothy Taerwe
Timothy Taerwe: “Dankzij de transitieperiode krijgen mensen nieuwe inzichten en handvaten om langer en comfortabeler thuis te kunnen blijven wonen”

“Heel wat kwetsbare ouderen met gezondheidsproblemen of cognitieve problemen, zoals beginnende dementie, worden thuis opgevangen door een netwerk van mantelzorgers en professionals. Maar als er een crisissituatie ontstaat, belanden zij vaak in het ziekenhuis of een woonzorgcentrum”, vertelt Timothy Taerwe, verantwoordelijke zorg aan bewoners en cliënten van vzw De Bron in Zottegem. “Om dat te vermijden, bieden wij sinds twee jaar ‘oriënterend kortverblijf’ aan. Er zijn verschillende redenen waarom mensen daar tijdelijk terechtkunnen. Soms is de thuissituatie onhoudbaar geworden en zijn er bepaalde problemen die niet opgelost raken. Of het kan ook dat de mantelzorgers een adempauze nodig hebben, omdat ze bijvoorbeeld op hun limieten stoten. Maar we krijgen ook aanmeldingen vanuit ziekenhuizen: patiënten die geen acute zorg (meer) nodig hebben, maar die – door allerlei omstandigheden – niet onmiddellijk naar huis kunnen. Het kan gaan om ouderen met cognitieve problemen, zoals beginnende dementie, of gezondheidsproblemen. En er zijn ook af en toe ouderen bij die ongeneeslijk ziek zijn. Vaak zorgt hun partner voor hen, maar die botst ook op zijn limieten. In zulke gevallen kunnen ook koppels bij ons het traject volgen, en bekijken we samen hoe de situatie voor iedereen beter kan.”

Het oriënterend traject duurt 60 dagen, legt Taerwe uit. “De volledige situatie wordt eerst heel grondig in kaart gebracht: de gezondheidssituatie, het welzijn, de praktische problemen, de zaken die wél goed lopen. De zorgvraag en de wensen van de betrokkenen worden uitgebreid onderzocht. Op basis daarvan wordt een nieuw zorg- en ondersteuningsplan opgesteld. Dat gebeurt via multidisciplinair overleg: alle betrokkenen komen regelmatig samen om alles te bespreken. Enerzijds de persoon zelf - die altijd centraal staat - en zijn directe omgeving, de huisarts, externe partijen zoals de thuiszorg en de mutualiteiten. En anderzijds ons team met een coördinator, arts, psycholoog, ergotherapeut, kinesitherapeut, verpleegkundigen en zorgkundigen. Tweewekelijks is er overleg en tussendoor wordt aan vastgelegde doelstellingen gewerkt. De ergotherapeut gaat bijvoorbeeld ook op huisbezoek om de thuissituatie van naderbij te bekijken en nodige aanpassingen te voorzien. Het is een heel intensief traject: 60 dagen lijkt misschien lang, maar het gaat altijd heel snel voorbij.”

Hernieuwde moed

Het doel van deze trajecten is mensen opnieuw oriënteren naar hun thuisomgeving, en een vroegtijdige verhuizing naar een woonzorgcentrum of een onnodige ziekenhuisopname vermijden, vertelt Taerwe. “We boeken heel mooie resultaten: 65% van de mensen die we begeleiden, keren nadien terug naar huis. Maar door het traject is de situatie daar wel anders dan voordien: we bieden handvaten en ondersteuning aan, waardoor de draagkracht van mensen verhoogt en ze hernieuwde moed en energie krijgen. Maar er zijn natuurlijk ook gevallen waarbij het multidisciplinaire team vaststelt dat zo’n terugkeer niet verantwoord is. Dan wordt gezocht naar de meest gepaste woonvorm. Dat kan een woonzorgcentrum zijn, maar ook een assistentiewoning of meer ondersteuning thuis, eventueel in combinatie met een dagcentrum.”

“Het is een heel intensief traject: 60 dagen lijkt misschien lang, maar het gaat altijd heel snel voorbij”

Er zijn tien plaatsen voor het oriënterend kortverblijf bij vzw De Bron, en dat is helaas te weinig, aldus Taerwe. “We merken dat de vraag zeer groot is, vandaar dat we met een wachtlijst moeten werken. Een spijtige zaak, want het is zeker de bedoeling om ook acute situaties te kunnen opvangen. Het 60-dagen-traject inkorten is helaas geen optie: in een ideale wereld zou de periode zelfs 90 dagen duren, omdat het traject zo intensief is.” Doordat de vraag zo groot is en het aanbod in heel Vlaanderen zeer beperkt, komen er soms mensen van ver buiten Zottegem. “Dat maakt het voor bepaalde partners, zoals huisartsen, niet eenvoudig om deel te nemen aan onze overlegmomenten. Maar we merken wel zeer veel bereidheid om mee te werken, bij alle betrokkenen. Zelf vinden we deze trajecten ook een grote verrijking. Elk verhaal biedt weer nieuwe leermogelijkheden voor ons team. En uiteraard is de meerwaarde voor de betrokkenen heel groot: dankzij de transitieperiode krijgen mensen nieuwe inzichten en handvaten om langer en comfortabeler thuis te kunnen blijven wonen, of ze worden toegeleid naar het best mogelijke alternatief.”

Gerelateerde artikels

TEKST: STEFANIE VAN DEN BROECK – BEELD: PETER DE SCHRYVER

Inderdaad een zeer inspirerend good practice. Het wordt niet expliciet in het artikel beschreven maar
ik ga ervan uit dat in het nieuw zorg- en ondersteuningsplan aandacht is voor zelfredzaamheidstraining (reablement). Naast de noodzakelijk integratie tussen welzijn en zorg mag de sector ook werk maken van het opheffen van de schotten tussen ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg en zorg voor personen met een handicap.

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.