Gemiddelde welzijn van Belgen bijna op laagste peil sinds 2005

Het gemiddelde welzijn van de Belgische bevolking is in 2022 net niet gezakt tot het laagste peil sinds 2005. Dat blijkt dinsdag uit de evaluatie die het Planbureau jaarlijks opmaakt van de indicatoren van de duurzame ontwikkeling. België zal tegen 2030 minder dan een derde van de doelstellingen (16 van de 51) halen, leert het rapport nog. 

Het Planbureau analyseert zes indicatoren die het welzijn in België meten, zoals gezondheid, levensstandaard en werk. Voor 2022 scoort België 0,4 op 1.  

In 2020 was het welzijn stabiel, met een zichtbare verslechtering van de geestelijke gezondheid. Een jaar later was er sprake van een stijging, maar in 2022 volgde weer een daling. Die hield verband met een verslechtering van de gezondheidstoestand: de drie deelindicatoren die samen de gezondheidstoestand aangeven, nemen af.  

Kijken we naar de verschillende bevolkingscategorieën, dan zien we een daling bij mannen, jongeren tussen de 16 en 24 jaar en bij de groep 50 tot en met 64 jaar. Bij 65-plussers is een stijging merkbaar. 

Toekomst 

Naast het huidige welzijn meet het Planbureau ook het toekomstige welzijn. Daartoe wordt onderzocht of toekomstige generaties over de middelen zullen beschikken waarmee zij hun welzijn volgens de criteria kunnen ontwikkelen. Het gaat hierbij om materiële hulpbronnen zoals machines en infrastructuur, maar ook om onderwijs, het milieu, sociale verhoudingen en instituties. 

Uit analyses blijkt dat het milieukapitaal blijft afnemen. De dalende trend wordt waargenomen in de vier subkapitalen: lucht, water, land en biodiversiteit. 

Als we alle duurzame ontwikkelingsdoelstellingen in ogenschouw nemen, zal België tegen 2030 weinig doelstellingen bereiken als het huidige beleid wordt voortgezet. 

“Extra inspanningen zullen nodig zijn” om de doelstellingen te behalen, schrijft het Planbureau. Het rapport wordt daarom volgende week in de Kamer voorgesteld.