Erik Wieërs
02/10/2023
Personeel en Organisatie Kwaliteit Zorgbeleid Bestuur Algemene Ziekenhuizen Revalidatieziekenhuizen Woonzorg Geestelijke gezondheidszorg Eerste lijn

“Laat ons de vele mooie kansen zien in nieuwe vormen van samen wonen”

DOSSIER WONEN EN RUIMTELIJKE PLANNING: Vlaams Bouwmeester Erik Wieërs

“Laat ons de vele mooie kansen zien in nieuwe vormen van samen wonen”

Willen we duurzaam en ecologisch verantwoord leven, dan moeten we een shift maken naar nieuwe vormen van samen wonen. “Dat hoeft niet te betekenen dat we met zijn allen naar woontorens moeten verhuizen en onze privacy moeten opgeven,” stelt Vlaams Bouwmeester Erik Wieërs gerust. “Laat ons vooral focussen op de kansen die de bouwshift creëert. Ook voor oudere en kwetsbare mensen.”

Begin september stelde het Team Vlaams Bouwmeester het boek Samen wonen ontwerpen voor. Het boek wil een inspiratiegids zijn voor toekomstige ontwikkelingen op het vlak van architectuur, ruimtelijke ordening en de organisatie van een duurzame samenleving.

“Er doen veel misverstanden de ronde over de bouwshift,” zegt Erik Wieërs. “Ja, er is meer densiteit nodig. Ja, we moeten minder verspreid wonen. Maar er wordt mensen nodeloos angst aangejaagd. Het is niet zo dat iedereen nu zijn villa moet inruilen voor een woontoren vlakbij het station. Bovendien creëert dichter bij elkaar wonen vooral kansen. De kans om dingen te delen, bijvoorbeeld: een boormachine, een hogedrukreiniger en waarom ook niet een wagen of een tuin?”

“Tussen de twee wereldoorlogen had je her en der in Vlaanderen coöperatieven en tuinwijken. Na 1945 ontstond er een nieuw woonideaal: we moesten plots allemaal alleen wonen, in een vrijstaande woning, ver van onze buren, zodat we van niemand last hebben. Dat is vandaag nog altijd het overheersende discours.”

“Spreek je over de bouwshift, dan zijn mensen vooral bang om hun privacy te verliezen. Ik vind privacy ook belangrijk. Maar respect voor privacy valt perfect te combineren met een gemeenschappelijke tuin of een gedeelde ruimte. Dankzij die gedeelde plekken heb je tien keer meer kans om andere mensen te ontmoeten. En dan is de kans dat iemand over een probleem praat en hulp zoekt ook tien keer groter. Zo maak je een zorgzame samenleving.”

My home is my castle

“Alles begint bij de footprint: waar ga je bouwen en waar niet? Die keuze is een politieke daad in de brede betekenis van het woord. Het is een keuze voor een samenlevingsmodel. Je kan kiezen om iedereen in een woontoren te steken. Of je kan kiezen om woongelegenheden te bouwen rond een centraal plein of een gedeelde tuin. Dat is een ander maatschappelijk model.”

“Respect voor privacy valt perfect te combineren met een gemeenschappelijke tuin of een gedeelde ruimte. Dankzij die gedeelde plekken heb je tien keer meer kans om andere mensen te ontmoeten”

“Bouwen op een verkaveling buiten de stad is een vooruitgangsidee die  moeilijk uit het hoofd te praten valt. ‘Ik heb het gemaakt, ik kan nu de stad verlaten en ergens op een verkaveling op mezelf gaan wonen in alle privacy.’ De bouwshift zet dat idee op de helling. Het jaagt mensen angst aan, omdat ze geen alternatieven zien. Als je tegen iemand zegt: ‘Ik ga je auto afpakken’, dan krijg je weerstand. Maar als je een woonomgeving schept waar alles nabij is en je geen auto meer nodig hebt, dan doen mensen gemakkelijker afstand van hun wagen. Want tenslotte kost die wagen handenvol geld!”

“Maar de switch maken is niet vanzelfsprekend. Je raakt aan een vrijheidsgedachte, een ontvoogdingsgedachte zelfs. De droom dat elke arbeider vandaag een eigen, vrijstaande woning kan kopen! Het is een diepgeworteld ideaal uit de 19de eeuw. My home is my castle. Als arbeider heb ik nu ook mijn kasteel: een vrijstaande woning met een tuin en een omheining errond, want het is mijn tuin en van niemand anders. Dat welvaartsidee moeten we kwijtraken. Dat lukt niet van de ene op de andere dag.”

“Maar de kansen zijn er. Bijvoorbeeld: cohousen voor ouderen. Het zit vandaag in de lift. Terecht! Het is de beste keuze die je kan maken. Veel ouderen zitten vandaag te verkommeren, alleen in hun villa, ver van alles. Met als enige alternatief het woonzorgcentrum. Breng zes van die mensen samen in een rijhuis in een dorpskern, dicht bij alles wat ze nodig hebben. Welke oudere zou daar niet voor kiezen als de keuze er was?”

“Maar de kansen zijn er. Bijvoorbeeld: cohousen voor ouderen. Het zit vandaag in de lift. Terecht! Het is de beste keuze die je kan maken”

“We moeten over zulke oplossingen nadenken. Dat vergt tijd, want de overheid heeft decennialang het omgekeerde gepropageerd. Ook wat mobiliteit betreft: we hebben eindeloos autowegen aangelegd, bedrijfswagens gepromoot enzovoort. Hoe meer kilometers we reden, hoe beter, zo leek het wel. De jongere generatie geeft me hoop. Cohousing is bij twintigers meer en meer ingeburgerd. Samen een huis delen, is veel goedkoper. Een eigen auto? Hoeft niet. Veel jongeren hebben zelfs geen rijbewijs meer.”

“Maar de overheid moet mee. Met halfslachtige maatregelen zoals alle bedrijfswagens elektrisch maken, komen we er niet. We moeten inzetten op de helft minder wagens tegen 2070. Dat is de shift die we nodig hebben. En het kan, als we ons leven en de manier waarop we samen wonen anders organiseren. Als we echt de shift willen maken, dan mag het geen taboe zijn om ook na te denken over de toekomst van afgelegen verkavelingen. Al hoeven we niet overal tabula rasa te maken. Een afgelegen vierkantshoeve kunnen we bijvoorbeeld herinrichten voor drie gezinnen die één auto delen en hun energie halen uit zonnepanelen en een warmtepomp. Dat kan een duurzaam model zijn, waarbij je tegelijk waardevol erfgoed beschermt. Er is nog veel winst te maken. We hoeven echt niet allemaal in woontorens te wonen.”

Geïntegreerd wonen

Eén van de projecten in het boek Samen wonen ontwerpen is De Korenbloem in Kortrijk (zie ook dit interview). “De kleinschaligheid, het zoeken naar nieuwe vormen van wonen… Je ziet de focus verschuiven van een efficiënt zorgmodel naar aandacht voor kwaliteit van leven. Dat weerspiegelt zich in de architectuur,” zegt Erik Wieërs.

Erik Wieërs
Erik Wieërs: “De jongere generatie geeft me hoop. Cohousing is bij twintigers meer en meer ingeburgerd. Samen een huis delen, is veel goedkoper. Een eigen auto? Hoeft niet”

“Belangrijker nog dan kleinschaligheid vind ik de integratie in de samenleving. Een woonzorgcentrum én een kinderopvang in één gebouw. Of een speelplaats met aan de ene zijde een school, aan de andere een woonzorgcentrum. We moeten kansen zien, mogelijkheden scheppen, ontmoeting stimuleren. De zorg mag niet alleen in termen van zorg denken. We moeten het ruimer zien en kiezen voor geïntegreerd wonen.”

“We moeten kansen zien, mogelijkheden scheppen, ontmoeting stimuleren. De zorg mag niet alleen in termen van zorg denken”

“Ook ontwikkelaars moeten dat geïntegreerde woonmodel omarmen. Met ons architectenbureau Collectief Noord werkten we mee aan het Groen Kwartier in Antwerpen. De stad had de grond aan een ontwikkelaar verkocht met duidelijke voorwaarden: maximum 500 woonentiteiten, minstens 50% betaalbare woningen, minstens 25% sociale woningen en 25% vrij te kiezen door de ontwikkelaar. En zo geschiedde. Het kan dus. De overheid kan veel meer sturen in de richting van nieuwe vormen van wonen en samenleven dan ze vandaag doet en ervoor zorgen dat er voldoende sociale woningen zijn.”

“Gelukkig zie je bottom-up mooie dingen ontstaan. Neven van mij werken bij Sant’Egidio, waar een project loopt dat alleenstaande ouderen in een villa koppelt aan gezinnen van Syrische vluchtelingen. Het is onwaarschijnlijk, maar dat lukt soms heel goed! De Syrische man helpt de alleenstaande dame in de tuin, zijn vrouw helpt in het huishouden en met de boodschappen en de oude dame heeft plots ‘kleinkinderen’. Het is een win-winsituatie: de dame heeft gezelschap, het gezin heeft een dak boven het hoofd. Zo’n project is niet de oplossing voor alles, maar het toont dat er veel mogelijk is als we kansen zien.”

“Het zit vaak in kleine dingen. Een zitbank aan de gevel van een rijwoning: dat is een niet-dwingende architecturale ingreep. Als een oudere heer passeert, kan hij even uitrusten op het bankje. En voor je het weet houdt iemand anders even stil voor een praatje. Soms moet dat niet meer zijn. We hoeven echt niet allemaal onze badkamer te gaan delen met de hele straat.”

samen wonen ontwerpen
Pieter T’Jonck, Samen wonen ontwerpen, BWMSTR. Gratis te downloaden of te bestellen op www.vlaamsbouwmeester.be.

TEKST: FILIP DECRUYNAERE
BEELD: PIETER GEERTS
 

DOSSIER WONEN EN RUIMTELIJKE PLANNING:

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.