WGC Nieuw Gent
29/06/2023
Zorgbeleid Eerste lijn

“Mensen helpen hun gezondheid in eigen handen te nemen”

Hoe WGC Nieuw-Gent buurtzorg handen en voeten geeft

“Mensen helpen hun gezondheid in eigen handen te nemen”

Buurtzorg, de term dekt vele ladingen. Een rondje Google schotelt tientallen zeer uiteenlopende definities voor. Tijd om de vraag voor te leggen aan twee experts die met hun voeten middenin het werkveld staan, meer bepaald in dat van het wijkgezondheidscentrum (WGC) Nieuw Gent

WGC Nieuw Gent bestaat al 23 jaar. Ze bedienen een zorgpopulatie van 4200 patiënten. An Van De Walle is algemeen coördinator van een 45-koppig team: “Buurtzorg stoelt op de overtuiging dat werken aan gezondheid begint in de buurt. De gemeenschap en de omgeving waar mensen wonen, werken en leven is een belangrijke factor in het bevorderen of belemmeren van gezondheid. Hier in WGC Nieuw Gent vullen we buurtzorg in als gemeenschapsgerichte zorg. Wij houden de gemeenschap en de noden daarbinnen heel erg in het vizier.”

“Onze opdracht is de gezondheidskloof in de wijk verkleinen”, vult gezondheidspromotor Katrien Van Leirberghe aan. “We doen dat door projecten en acties op te zetten, maar ook door signalen op te pikken en door te geven. Alles wat we doen, vertrekt vanuit het proportioneel universalisme. Wij richten ons niet specifiek tot een groep kwetsbare mensen, maar geloven dat sommige groepen meer hulp of ondersteuning nodig hebben om hun eigen gezondheid zelf in handen te nemen.”

Jullie zetten - naast curatieve zorg - zwaar in op preventieve zorg. Hoe vertaalt zich dat in de praktijk? 

An Van De Walle: “Wij detecteren welke noden er leven bij de patiënten en breder in de wijk. Op basis daarvan organiseren we activiteiten die individuele vaardigheden versterken zoals fiets-, kook- of beweeglessen. Maar we gaan verder. De gezondheid van een persoon hangt niet alleen af van individuele keuzes. De leefomgeving, huisvesting en scholing spelen ook een grote rol. Wij gaan als wijkgezondheidscentrum aan de slag met die factoren. Heel concreet betekent dit bijvoorbeeld dat we in actie schieten als we signalen krijgen van schimmel in woningen. Vangen we op dat er een plaag van bedwantsen heerst in de appartementsblokken, dan sensibiliseren we niet enkel op niveau van de patiënt maar brengen we ook de bevoegde instanties samen rond de tafel. Als we opvangen dat het park heraangelegd wordt, denken we graag mee hoe de nieuwe inrichting mensen kan stimuleren tot beweging. Horen we tijdens de lockdowns dat patiënten hun vakbond of ziekenfonds niet kunnen bereiken, dan trekken we aan de alarmbel. Merken we dat een groot percentage van onze populatie niet in staat is om itsme te installeren of een CovidSafe-ticket op te slaan, dan zetten we in op digitale vaardigheden. We tackelen alle mogelijke drempels op alle denkbare terreinen met één doel: mensen meer en meer hun gezondheid in eigen handen laten nemen.”

Katrien Van Leirberghe: “Gezondheidspromotie gaat veel verder dan individuele preventiecampagnes zoals ‘'eet elke dag een appel!’”

Katrien Van Leirberghe: “Gezondheidspromotie gaat veel verder dan individuele preventiecampagnes zoals ‘eet elke dag een appel!'. Wanneer we opmerken dat er veel kinderen zijn met obesitas, werken we niet louter op het niveau van het kind. We kijken verder. Hoe zit het met de voedselvoorzieningen in de buurt? Hoe zit het met de bewegingsinitiatieven voor de kinderen? Wanneer we enkel inzetten op het responsabilisering van individuen, dan raken we er niet. We moeten als maatschappij echt de structuren tackelen die aan de grondslag liggen: waarom slagen mensen er niet in hun gezondheid in handen te nemen?”

Vanuit de gezondheidspromotie bieden jullie een aantal activiteiten aan, maar het waaiert veel breder uit dan dat?

Katrien Van Leirberghe: “Klopt, op onze site hebben we een aanbod voor onze buurt, maar wat we doen is veel breder dan in die activiteiten te vatten is. Buurtzorg zit op veel verschillende niveaus en het is niet altijd in te schatten van waaruit iets vertrekt en waar iets zal eindigen. Wat bijvoorbeeld startte als beleidsbeïnvloeding mondde uit in de beweegroute 'Allez Bougez'. Wij sloten initieel aan bij het overleg van stadsvernieuwing hier in de buurt om de gezondheidsimpact van parken en pleinen mee in het oog te houden. Toen Stad Gent aangaf dat ze voor de heraanleg wilden experimenteren om de noden duidelijk in kaart te brengen, sloegen we met partnerorganisaties de handen in elkaar en trokken we met onze patiënten letterlijk door de buurt. Hoe kan je straatmeubilair gebruiken om te bewegen? Welke oefeningen kan je doen op een bank? Hoe ver kunnen mensen stappen? Zo ontstond een route door het hart van Nieuw Gent met twintig beweegopdrachten, die onze kinesist elke week doorloopt met wie wil aansluiten. Het toont hoe uit grootse plannen heel laagdrempelige initiatieven kunnen ontstaan.”

Hoe bepalen jullie op welke noden jullie al dan niet ingaan? Want zelfs een team van 45 mensen heeft maar zoveel handen en tijd? 

An Van De Walle: “Vanuit onze brede visie en holistische aanpak lijken de mogelijkheden inderdaad eindeloos. We vertrekken altijd vanuit de noden die leven in de wijk. Dat is de eerste en belangrijkste toetssteen. Zijn de signalen die wij zien en capteren representatief voor de wijk? Wanneer we ons engageren is dat altijd een weloverwogen beslissing die het volledig team neemt. We willen geen brandjes blussen, maar proberen een toegevoegde waarde te creëren.

An Van De Walle
An Van de Walle: “De gezondheid van een persoon hangt niet alleen af van individuele keuzes. De leefomgeving, huisvesting en scholing spelen ook een grote rol”

Onze aanpak is gebaseerd op twee theoretische kaders. Vooreerst het Dahlgren and Whitehead model dat stelt dat je gezondheid te maken heeft met je aangeboren individuele eigenschappen, je levensstijl en de invloed van je directe leefomgeving en de bredere samenleving. Vanuit de wijkgezondheidscentra zijn we ervan overtuigd dat we op al die factoren moeten werken. Daarnaast is het WHO Ottawa Charter een richtlijn voor onze werking. Wanneer je effectief wil zijn op het vlak van gezondheidspromotie, dan moet je op vijf domeinen werken. Je moet overheden en beleidsmakers beïnvloeden om structureel veranderingen te realiseren in de leefomgeving, zoals een park heraanleggen. Je probeert de directe leefomgeving te beïnvloeden door zelf acties op poten te zetten, door een parcours uit te tekenen met bewegwijzering zoals ‘Allez Bougez’. Je ondersteunt wijkbewoners die zelf hun gezondheid in handen willen nemen door een patiënt te ondersteunen in de opstart van een loopgroepje. We focussen op het individuele leefstijlverhaal met fietslessen en beweeglessen waar we de drempels zo laag mogelijk houden. Ten slotte proberen we ook de organisaties en wijkpartners in de buurt bij dit verhaal te betrekken en het thema gezondheid op hun agenda te zetten. Wij werken consequent op die vijf domeinen wanneer we iets oppakken. Het een kan niet zonder het andere.”

Katrien Van Leirberghe
Katrien Van Leirberghe: “Buurtzorg zit op heel veel verschillende niveaus en het is niet altijd in te schatten van waaruit iets vertrekt en waar iets zal eindigen”

Katrien Van Leirberghe: “De reeks Ratatouille illustreert dat mooi. We brengen ouders van jonge kinderen samen in een praat- en kookgroep om over voeding en opvoeding te praten. Maar onder die eerste laag zit veel meer. Het inloopteam heeft het over zaken als 'hoe schrijf ik mijn kind in voor de kinderopvang', maar ook de diëtist en de mondhygiënist komen langs om allerlei zaken rond gezondheid ter sprake te brengen. Mensen van een wijkorganisatie leggen de werking van de speelotheek uit. Kortom, voor we starten denken wij altijd na wat er op vlak van gezondheid kan samenhangen en hoe we dat kunnen integreren in een activiteit. Die kruisbestuiving is mooi om te zien en nemen wij allemaal terug mee naar onze eigen werking.”

An Van De Walle: “Het is schitterend om te zien hoe het preventieve terugkomt in het curatieve. Bijvoorbeeld wanneer de mondhygiëniste een informatieve sessie geeft in Ratatouille en ze mensen die ze daar ontmoet terugziet op haar stoel in de tandartspraktijk. Of wanneer de mondhygiëniste mensen die ze in haar praktijk ziet, kan doorverwijzen naar de groepssessies bij het inloopteam.”

Katrien Van Leirberghe: “Ik voel me bevoorrecht omdat ik het vaak zie gebeuren dat een zorgverstrekker iets brengt op een wijkactiviteit en wat later mensen terugziet in de zorg. Of wanneer ik in een andere wijkactiviteit een patiënt iets hoor herhalen waarvan ik denk 'Yes, dat heb jij geleerd van die zorgverstrekker'. Dat lukt alleen omdat alle vormen van zorg elkaar kunnen ontmoeten in de preventieve activiteiten.”

Wat zijn de basisvoorwaarden om aan buurtzorg te doen? 

Katrien Van Leirberghe: “De samenwerking met de partners binnen een afgebakende regio is van essentieel belang. Alle ogen die er zijn moeten uitkijken voor de mensen in de buurt. De buurtwerker, straathoekwerker, verpleegkundige, apotheker, kinesist, OCMW-consulent… Allemaal moeten ze informatie uitwisselen en goede afspraken maken waardoor zorgverleners en welzijnswerkers niet los van elkaar werken, maar verbanden leggen en samenwerken.”

An Van de Walle: “De projectsubsidies lopen altijd over een korte termijn, wat het moeilijk maakt om de inspanningen duurzaam te maken”

An Van De Walle: Je moet niet alleen instaan voor de zorg voor je patiënt, maar je moet ook denken op het niveau van een buurt en een gemeenschap. Dat aspect speelt bij heel wat zorgverstrekkers nog niet en daar is volgens ons nog werk aan de winkel. Wat helpend is om een gemeenschappelijke visie en taal te ontwikkelen rond doelgerichte zorg. Zo kom je tot gedeelde concepten en waarden en kan je de silo's van de verschillende disciplines overstijgen. We zijn er nog niet, maar het beweegt. De eerstelijnszones zijn zeker een ondersteunende structuur. 

Daarnaast moeten we ons realiseren dat preventieve zorg niet zomaar in duidelijke aktes en handeling te vatten is. Er zijn veel meer trajecten en begeleidingen die makkelijker passen binnen een forfaitair systeem. In dat systeem krijgt een centrum een budget om de geïntegreerde zorg van de grond te krijgen. Het geeft beweegruimte om meer te kunnen werken op het kruispunt rond gezondheid en welzijn.

Onze werking draait op het forfaitair systeem en financiering voor lonen, aangevuld met financiering vanuit lokaal bestuur en projectsubsidies op lokaal en Vlaams niveau. Maar vooral de projectsubsidies lopen altijd over een korte termijn, wat het moeilijk maakt om de inspanningen duurzaam te maken. Laat dit een oproep zijn om meer structurele financiering voor gezondheidspromotie te kunnen krijgen op wijk- en buurtniveau.”

Buurtzorg lijkt booming business in de wereld van zorg en welzijn. Hoe komt dat? 

An Van De Walle: “Je voelt inderdaad dat het leeft in het politieke veld. Ik denk bijvoorbeeld aan de projectfinanciering vanuit de overheid en toonaangevende stemmen in het zorglandschap zoals Ri De Ridder die een lans breken voor buurtzorg. Op het terrein voel je het wel bewegen, maar er spelen ook remmende factoren zoals het financiële systeem, delen van informatie en het afspreken van spelregels met oog voor het belang en de privacy van de persoon met een zorgvraag. Daarbovenop komt de technische kwestie om een dossier op een goede manier te delen rekening houdend met bijvoorbeeld het beroepsgeheim. Kortom, het kost nog wat tijd om allemaal op dezelfde golflengte te komen.”

TEKST: KIM MARLIER – BEELD: TINI CLEEMPUT

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.