Bob en Inneke
26/09/2023
Personeel en Organisatie Zorgbeleid Algemene Ziekenhuizen Revalidatieziekenhuizen Woonzorg Geestelijke gezondheidszorg Eerste lijn

Kwalitatief zorgpersoneel begint op de schoolbanken

Onderwijs, zorg én overheid moeten hand in hand gaan

Kwalitatief zorgpersoneel begint op de schoolbanken

De zorgsector kent vele uitdagingen, waarvan het blijven vinden van voldoende personeel wellicht de grootste is. Voldoende instroom van de juiste profielen is daarbij cruciaal. Daarvoor wordt onder meer gekeken naar het onderwijs. Dat kijkt op zijn beurt naar de sector om te weten wat toekomstige arbeidskrachten moeten kennen en kunnen. Het is een verhaal waaraan zorgsector, onderwijs én overheid samen moeten schrijven. Al moet het nog verder gaan. De hele maatschappij moet een positieve mindshift ondergaan. Daarvoor pleiten Inneke Fichefet, pedagogisch adviseur secundair onderwijs binnen GO!, en Bob Van Santbergen, stafmedewerker personeel en organisatie bij Zorgnet-Icuro.

Om met de schoolpoort in huis te vallen: een “juist” profiel afleveren, hoe gaat dat in zijn werk?

Fichefet: “Sinds de modernisering, die voor de 3e graad start op 1 september 2023, zijn er in de 2e en 3e graad van het secundair onderwijs acht studiedomeinen waaronder ‘Maatschappij en Welzijn’. Elk domein bevat verschillende studierichtingen, van veeleer abstract en theoretisch tot meer praktisch, en is onderverdeeld in drie finaliteiten. Leerlingen in de doorstroomfinaliteit worden voorbereid voor het hoger onderwijs. In de dubbele finaliteit wordt de leerling georiënteerd naar het hoger onderwijs én de arbeidsmarkt. In de arbeidsmarktgerichte finaliteit worden leerlingen klaargestoomd voor een instap op de arbeidsmarkt. Elke studierichting heeft een curriculum dat opgebouwd is uit algemene vorming met minimumdoelen, een specifiek gedeelte met specifieke minimumdoelen en/of beroepskwalificaties (BK’s) en vrije ruimte. Overheid en onderwijs stellen de minimumdoelen op, terwijl de overheid en de betrokken sector de BK’s opstellen. Die komen in curriculumdossiers die goedgekeurd worden door overheid en sector. In dat curriculum ontmoeten onderwijs en sector elkaar dus. Wat je mag doen in je beroep, moet immers kwaliteitsvol worden aangeleerd. Daarom zitten wij met de sector zelf aan tafel zodat we ons leerplan op hun noden en verwachtingen kunnen afstemmen.”

Van Santbergen: “Bijkomend zijn er op federaal niveau ruime hervormingen bezig rond de zorgladder. Dat gaat over verschillende niveaus: van praktijkassistent over zorgkundige tot en met universitair geschoolde profielen. Doel is om de inzet van het zorgpersoneel te herbekijken.”

Het leerplan is dus in dit geval de som van de verwachtingen van de zorgsector en onderwijs?

Fichefet: “Absoluut. Het leerplan bepaalt wat leerlingen moeten kennen en kunnen. Hierin zitten een algemeen deel, dat wil inzetten op een brede vorming, en een specifiek gedeelte eigen aan een studierichting. Het secundair onderwijs zit momenteel in de uitrol van een modernisering die noodzakelijk was. Die kan maar succesvol zijn als je met alle partners rond de tafel zit en afstemt, als er een draagvlak gecreëerd wordt.”

Inneke
Inneke Fichefet: “Het onderwijs zit samen met de zorgsector zodat ons leerplan op hun noden kan worden afgestemd”

Van Santbergen: “Die afstemming is cruciaal en kan nog beter. De huidige hervormingen bevatten heel wat positieve zaken, maar evengoed zijn er nog vragen en bezorgdheden vanuit de sector. Zullen de veranderingen wel voor meer en een kwalitatieve toestroom zorgen? Dat is de belangrijkste vraag. In de zorgsector is het qua personeelskrapte immers niet meer 5 voor 12, maar kwart na 12. De (onderwijs)hervormingen moeten dus efficiënt en bedachtzaam gebeuren willen we de klok terug juist kunnen zetten. Ze mogen niet leiden tot nog meer personeelskrapte.” 

Zijn de hervormingen al voelbaar op de arbeidsmarkt?

Fichefet: “Het hervormen van het onderwijs doe je niet op 1-2-3. Al in 2009 kwam er een visie op de vernieuwing van het secundair onderwijs. Hieruit volgde in 2013 een masterplan waarop de hervorming gradueel is gestart vanaf 2019, te beginnen bij het eerste jaar. Nu zitten we aan het vijfde middelbaar. Uitstromers zijn er dus nog niet. De nieuwe driejarige opleiding basisverpleegkunde is dit schooljaar gestart. Voor de uitrol hiervan zijn we nog volop in overleg om het organisatorische en inhoudelijke luik vorm te geven. Het Koninklijk Besluit (KB) dat de technische handelingen bepaalt zit nog bij de Raad van State. Nadien kan het beroepsprofiel worden opgesteld. Ik begrijp de bezorgdheid die leeft in het onderwijs en de zorgsector. Er is nood aan duidelijkheid.”

Van Santbergen: “We begrijpen dat zulke hervormingen gefragmenteerd lopen, maar alles hangt samen. De vraag wie wat zal mogen doen op de werkvloer is cruciaal om goed onderwijs te kunnen aanbieden, maar het is meer dan dat. Ook voor ons als werkgevers in de zorg is dat KB en de kennis van de rest van de hervorming fundamenteel. Het bepaalt welke zorg we kunnen geven met de mensen die er zijn. Hoe we ons moeten organiseren, zowel operationeel als financieel. Wie mag welke handeling autonoom doen en wanneer en aan wie kan er gedelegeerd worden? We hopen dat er voldoende flexibiliteit in de hervormingen zit zodat de gevraagde zorg nog kan worden geleverd. De sector is hiervoor vragende partij. Daarom is overleg met alle actoren zo belangrijk.”

Is een hervormd onderwijs de sleutel voor het oplossen van het personeelstekort in de zorg?

Van Santbergen: “Onderwijs is belangrijk, maar niet voldoende voor meer instroom. Ook zij-instroom is belangrijk en daar zijn al goede voorbeelden van. Ook op arbeidsmigratie zetten we in, al lopen we daar tegen de regelgeving aan. We mogen echter niet alleen focussen op meer instroom. Het behoud van onze krachten is minstens zo belangrijk. Het gaat onder meer over waardering voor de job, welzijn op de werkvloer, administratieve ontlasting en tijd en ruimte krijgen om te doen waarvoor je gestudeerd hebt. Studenten kiezen voor de zorg en mensen. Technologie kan helpen hen te ontlasten van de vele administratie. Ook een transparante taakdifferentiatie is belangrijk, zodat je echt kan gaan voor datgene waarvoor je gekozen hebt.”

Inneke en Bob

 

Inneke Fichefet:
“Onderwijs en zorg zijn de fundamenten van de samenleving”

 

Fichefet: “Onderwijs is maar één stukje van het verhaal. Naast een degelijke onderwijsloopbaanbegeleiding en een kwaliteitsvolle opleiding zijn de ervaringen op de werkplek cruciaal. Als een werkplek onder druk staat, heeft dat ook effect op de begeleiding van de leerling. Je kan dan geen kwalitatieve stage aanbieden waardoor de stagiair misschien minder geneigd is om in te stromen.”

Van Santbergen: “Het is een vicieuze cirkel. Als je steeds minder mensen hebt, wordt het voor de mensen die blijven zwaarder. Het aandeel stages en leren op de werkvloer neemt toe. Dit vraagt meer stagebegeleiding en tijd van de mentoren. We willen graag kwalitatief begeleiden, maar de tijd is op dit moment te beperkt. Dat ze hun werk niet meer zo goed kunnen doen als vroeger, weegt op onze mensen. Incentives om dit te verbeteren zijn absoluut nodig.”

Kiest onze jeugd nog voor zorgopleidingen?

Fichefet: “Voorlopig zien we geen daling in het aantal leerlingen dat kiest voor een zorgopleiding. Ze stromen echter minder in of blijven niet in de sector. Werken in de zorg kan zwaar zijn en we vinden het belangrijk dat leerlingen tijdens een stage een realistisch beeld krijgen. Evenzeer is het een mooi en waardevol beroep, dat verdient minstens zoveel aandacht. Helaas zitten we met een bepaalde perceptie in de samenleving die te negatief is. Ook moeten we ons durven afvragen of het beeld dat media vooropstelt van zorgberoepen wel het juiste is. Je kan echt niet op een weekje tijd verpleegkundige worden.”

Bob Van Santbergen: “In de zorg werken kan heel uitdagend zijn: je hebt heel wat kennis nodig, er zijn groei- en carrièremogelijkheden en je job betekent een enorme meerwaarde voor de maatschappij”

Van Santbergen: “Steeds meer mensen hebben nood aan zorg, de zorgzwaarte stijgt en alles wordt complexer. Het kan dus effectief een zware job zijn. Maar er zijn ook veel pluspunten die nu te weinig in beeld worden gebracht. In de zorg werken kan heel uitdagend zijn: je hebt heel wat kennis nodig, er zijn groei- en carrièremogelijkheden en je job betekent een enorme meerwaarde voor de maatschappij. We hebben bovendien allerlei mogelijke disciplines en profielen nodig en dit op alle niveaus. Interdisciplinair werken is de toekomst.” 

Fichefet: “Het wordt dus nog belangrijker om de juiste profielen op de juiste plaats te krijgen. De zorgsector heeft alle handen nodig, maar we moeten wel de juiste handen geven. Niet iedereen is gemaakt en geschikt voor een job in de zorg.”

Bob
Bob Van Santbergen: “Een transparante taakdifferentiatie en voldoende flexibiliteit zijn cruciaal” 

Van Santbergen: “Flexibiliteit is daarbij ook belangrijk. Op dit moment is de sector te rigide gereguleerd. Levenslang leren is cruciaal, maar dan moet je bijkomende competenties en bekwaamheden kunnen valoriseren. Via meer modulair onderwijs en tussentijdse opleidingen moet het mogelijk gemaakt worden om handelingen en vaardigheden aan te leren, ook handelingen die tot een ander beroep horen. We moeten daar, mits de nodige opleiding, flexibel mee kunnen omgaan. We streven naar een systeem waarin wie bekwaam is, ook bevoegd is. Het is nog niet duidelijk of en hoe dat zal kunnen na de huidige hervormingen en dat is soms frustrerend omdat we ons willen organiseren.”

Om een goed zorgrapport te kunnen afleveren, moeten dus nog wat knopen doorgehakt worden?

Fichefet: “Klopt. En nu is het momentum daar om het samen vorm te geven. Er is geen speelruimte meer, het moet nu gebeuren. We moeten samen het verhaal schrijven. Anders stel ik me vragen over de duurzaamheid.” 

Van Santbergen: “Goed onderwijs is de basis voor goed personeel. Onze sectoren zijn gekoppeld aan elkaar. Wij hebben kennis over wat er nodig is op de arbeidsmarkt en dat moeten we meegeven aan het onderwijs. Tegelijkertijd moet de overheid ons daarvoor de nodige tijd, ruimte en dus middelen geven.”

Fichefet: “We praten vanuit het onderwijs met veel partners. Al die info verzamelen we zodat leerkrachten weten wat er van een beginnend beroepsbeoefenaar verwacht wordt. Doen we die doorgedreven afstemming tussen onderwijs en sector niet, dan hebben onze opleidingen minder effect. Het is belangrijk dat een overheid hierin investeert. Onderwijs en zorg zijn de fundamenten van de samenleving.”

Van Santbergen: “Dat is de belangrijkste boodschap. Een maatschappij zoals die waarin wij willen leven zal ten onder gaan als zorg en onderwijs in elkaar stuiken. Wil je dat kwalitatief houden, moet je daarin investeren.” 
 

TEKST: SOPHIE BEYERS
BEELD: SOPHIE NUYTTEN

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.