Anja Machielse
30/01/2024
Ethiek en zingeving Zorgbeleid Algemene Ziekenhuizen Revalidatieziekenhuizen Woonzorg Geestelijke gezondheidszorg Eerste lijn

“Eenzaamheid is een collectieve verantwoordelijkheid”

Anja Machielse, emeritus hoogleraar Humanisme en Sociale weerbaarheid van ouderen

“Eenzaamheid is een collectieve verantwoordelijkheid”

De Nederlandse emeritus hoogleraar Anja Machielse onderzoekt al 30 jaar sociale relaties en eenzaamheid. In haar recente afscheidsrede brak ze een lans voor zorgzame buurten en het kleine gebaar. “Veerkracht en sociale weerbaarheid zijn relationele begrippen. Je mag de verantwoordelijkheid voor sociaal isolement niet alleen bij het individu leggen.”

“Een groeiende groep mensen voelt zich regelmatig eenzaam”, vertelt Anja Machielse. “In sommige West-Europese landen gaat het om de helft van de bevolking.” Die negatieve trend verbaast haar enigszins. Want ook de politieke aandacht voor eenzaamheid groeit. “Overheden beschouwen het als een maatschappelijk probleem dat geld kost. Ze ondernemen actie maar toch blijft de algemene trend negatief.”

Anja Machielse
Anja Machielse: “De politieke aandacht voor eenzaamheid groeit. Men beschouwt het als een maatschappelijk probleem dat geld kost”

Context
Machielse is hoogleraar Humanisme en Sociale weerbaarheid van ouderen aan de Universiteit van Utrecht. Haar onderzoek focust op het belang van sociale relaties, zowel voor het individu als de samenleving. “Mijn werk zit op het snijvlak tussen private en publieke thema’s. Als filosoof vond ik het bijvoorbeeld intrigerend hoe hetzelfde gezondheidsbeleid tot andere resultaten leidde. Waarom sterven sociaal-economisch kwetsbare mensen gemiddeld zeven jaar vroeger dan hun welvarende medeburgers? Je kan het antwoord op die vraag niet vereenvoudigen tot persoonlijke levenskeuzes. Het huis en de buurt waar je woont, je gezin en de cultuur waarin je opgroeit spelen een even grote rol.” Die contextuele factoren onderzoekt Machielse al meer dan 30 jaar. Ook bij eenzaamheid blijken ze een belangrijke rol te spelen.

Onlangs ging Machielse met emeritaat. In haar afscheidsrede beklemtoonde ze hoe universeel eenzaamheid is. “Het overkomt ons vroeg of laat allemaal. Na een relatiebreuk of als de kinderen het huis uitgaan. Als je je job en de dagelijkse contacten met collega’s verliest. Als je ouder wordt en generatiegenoten een voor een overlijden. Eenzaamheid hoort bij het leven. Daarover zijn we het intussen eens.”

Bestaat er een universele definitie voor eenzaamheid? 
“Eenzaamheid ontstaat in de kloof tussen sociale behoeftes en de sociale contacten die je effectief realiseert. Daarbij staat de kwaliteit van contacten voorop. Je kan veel mensen kennen en je toch geïsoleerd voelen. Gezien worden in wie je bent en wat je belangrijk vindt, is cruciaal. Als je ingrijpende dingen meemaakt maar daarover met niemand kan praten, zal dat sterk bijdragen aan een gevoel van eenzaamheid. Je niet kunnen tonen zoals je bent, leidt tot existentiële zingevingsvragen. Zo raak je vervreemd van jezelf.”

“Gevoelens van eenzaamheid pieken tijdens de jongvolwassenheid en bij mensen ouder dan 75 jaar. Jonge mensen zijn nog op zoek naar hun identiteit, ouderen raken vaak geïsoleerd na het overlijden van hun partner, familieleden en vrienden of door het verlies aan mobiliteit. We weten dat gezondheidsproblemen het risico op eenzaamheid verhogen. Omgekeerd leidt eenzaamheid tot gezondheidsproblemen. Die wetenschap verklaart deels waarom ouderen zich vaker eenzaam voelen. Naarmate onze samenleving vergrijst, neemt ook het risico op sociaal isolement verder toe.”

Hoe keek men vroeger naar eenzaamheid?
“30 jaar geleden was er weinig aandacht voor. Beleidsmakers beschouwden het als een persoonlijke keuze. Psychiaters duidden het als een psychische stoornis, sommigen pleitten er zelfs voor om eenzaamheid in de DSM op te nemen. Gaandeweg kreeg men meer oog voor de sociale factoren die tot eenzaamheid leiden. Dat vertaalde zich bijvoorbeeld in wetenschappelijk onderzoek naar risicogroepen. Men probeerde te achterhalen waarom ouderen, mensen met een beperking of gezondheidsproblemen zich vaker alleen voelen. Daarna duurde het nog eens tien jaar vooraleer men eenzaamheid ging zien als een diepmenselijk, universeel gegeven. Die normalisering is belangrijk. Mensen schamen zich vaak voor hun gevoel waardoor ze er niet over spreken. Wat je risico op eenzaamheid uiteraard nog vergroot. De tijd waarin men eenzaamheid omschreef als een psychiatrisch privéprobleem, ligt gelukkig achter ons.”

“De manier waarop relaties vormkrijgen, is de laatste 50 jaar fundamenteel veranderd”

Welke sociale en maatschappelijke factoren spelen een rol? 
“Lange tijd dachten we dat gezondheid dé voorspeller was van persoonlijk welzijn. Een grote studie in de jaren 1990 waaraan ik meewerkte, nuanceerde dat. Nog meer dan gezondheid bleken sociale relaties cruciaal. De manier waarop die relaties vormkrijgen, is de laatste 50 jaar fundamenteel veranderd. Individualisering, toegenomen welvaart en emancipatiebewegingen gaven de vrijheid om ons leven in te vullen zoals we willen. Veel meer dan vroeger kan je een eigen koers varen en keuzes maken die overeenstemmen met je overtuigingen, behoeftes, professionele verwachtingen, enzovoort. In principe kan je studeren waar je wil, samenwonen met wie je wil en een netwerk uitbouwen dat volledig aansluit bij jouw manier van denken en leven. Dat biedt veel mogelijkheden, maar de keerzijde is een langzame ontmanteling van vertrouwde sociale verbanden.

Ik ben geboren in een klein dorp. Iedereen ging er naar dezelfde school en veel mensen bleven er hun hele leven wonen. Mensen in de buurt kenden mijn naam en wisten wie mijn ouders waren. Niet dat iedereen constant elkaars deur platliep, maar je maakte wel deel uit van een vaste gemeenschap. Mensen kenden elkaars geschiedenis en gevoeligheden. Er was altijd een zekere zorg voor elkaar. Je wist dat je niet zomaar vergeten zou worden, zonder dat je daar zelf veel moeite moest voor doen. Die vanzelfsprekende sociale inbedding is verdwenen. Mensen kiezen vandaag zelf met wie ze omgaan. Hun goed recht. Maar het brengt ook druk mee. Want als je je eigen sociaal netwerk kan kiezen, draag je ook de verantwoordelijkheid om het eigenhandig vorm te geven.”

Is die individuele keuzevrijheid een probleem? 
“Ik zou het veeleer keuzedwang noemen. Want wie niets onderneemt, blijft alleen achter. Begrijp me niet verkeerd: dat mensen hun vrienden zelf kiezen, is op zich geen slechte zaak. Maar onbeperkte keuzevrijheid leidt ook tot sociale bubbels. Mensen kiezen steeds vaker voor mensen die erg op hen lijken. Relaties worden ook meer voorwaardelijk: als iemand je niet langer interesseert, hoef je die persoon niet meer te zien. Dat geldt voor vriendschappen, soms ook voor familiale contacten. Voor ouderen is die individualisering een probleem. Zij zijn sterker aangewezen op familie en buurtbewoners. Deels omdat ze in zo’n sociaal verband opgroeiden, deels omdat beperktere mobiliteit hun sociale bereik sowieso verkleint. Misschien vertoeven hun buurtbewoners liever in een vertrouwde bubbel dan jou een bezoekje te brengen. Of misschien zie je je kleinzoon weinig omdat die een druk sociaal leven heeft in de stad.

“Je kan niet op je eentje beslissen om je sociaal isolement te doorbreken. Het is tweerichtingsverkeer”

Hetzelfde geldt voor wie moeilijk sociale contacten legt. Bijvoorbeeld omwille van een beperking of gewoon omdat iemand introvert is. Ook zij voelen de druk om zichzelf waar te maken. Alleen hebben ze minder mogelijkheden om dat te doen. Denk aan een rolstoelgebruiker die zich moeilijk in de stad kan bewegen of in gesprekken veelal genegeerd wordt door anderen.

In Nederland doorlopen veel middelbare scholieren maatschappelijke diensttijd. Ze gaan bijvoorbeeld helpen in een woonzorgcentrum of een organisatie die kwetsbare mensen ondersteunt. Bedoeling is om iets te leren over de samenleving. Mijn onderzoek over die diensttijd toonde hoe eng jongeren het vinden om gesprekken aan te knopen met mensen die anders waren dan zij. Wat zeg je bijvoorbeeld tegen ouderen? Aanvankelijk leken ze dat erg ingewikkeld te vinden. Achteraf bleek echter hoe vanzelfsprekend de meeste contacten verliepen. Het verbaasde jongeren dat je ook met ouderen een gesprek kan voeren. Die resultaten illustreren hoezeer we in verschillende bubbels leven. Tegelijk tonen ze aan dat je gerust uit je bubbel kan breken om met ‘andere’ mensen te praten. Ze zijn geen andere diersoort. (lacht)”

Anja Machielse
“Je contacten helemaal zelf kunnen kiezen: voor ouderen is dat een probleem”

U spreekt over sociale weerbaarheid als buffer tegen eenzaamheid. Wat bedoelt u daarmee? 
“De woorden sociaal en weerbaarheid horen samen. Vandaag benadrukt men continu het belang van individuele weerbaarheid en veerkracht, alleen vergeet men soms dat dit bij uitstek relationele begrippen zijn. Om jezelf sociaal-maatschappelijk te handhaven en te ontplooien heb je anderen nodig. Mensen die je de ruimte geven om je plek te vinden en jouw tekortkomingen aanvaarden. Weerbaarheid kan pas tot uiting komen als anderen openstaan voor wat jij belangrijk vindt. Zeker bij eenzaamheid speelt die ontvankelijkheid een rol. Je kan niet op je eentje beslissen om je sociaal isolement te doorbreken. Eenzaamheid tegengaan is dus tweerichtingsverkeer. Sociale weerbaarheid opbouwen, overstijgt zelfgekozen sociale bubbels. Het is een collectieve verantwoordelijkheid.

De uitdaging zien we ook bij jonge mensen. De vraag of ze school volhouden, een job vinden en iets kunnen opbouwen, hangt sterk samen met de mate van sociale steun die ze ervaren. Jongeren die veel steun voelen, springen verder, leert Canadees onderzoek. Dat is niet zo vreemd. Iedereen worstelt met verwachtingen en druk. Daar op je eentje mee omgaan, is moeilijk. Weten dat familie, vrienden, buren en anderen je inspanningen zien en waarderen, maakt echt een verschil.” 

Hoe kunnen we de verbinding tussen mensen en tussen verschillende groepen mensen verbeteren? 
“Een mentaliteitswijziging dringt zich op. De vrijheid om je leven zelf vorm te geven, brengt ook verantwoordelijkheid mee. Sociale contacten komen te vaak neer op een persoonlijke afweging: wat brengt het op? Draagt die persoon bij tot het realiseren van mijn eigen doelen? Zo’n kosten-batenanalyse verdunt het sociale weefsel. Vooral mensen die moeilijker tot sociale contacten komen, lijden daaronder. Wat meer oog hebben voor elkaar, voor mensen die anders zijn dan jij, zou een mooie eerste stap zijn. Een innige vriendschap met je buren, zieke tante of bejaarde nonkel hoeft echter niet. Sociale cohesie groeit vanuit een spontane babbel op straat. Het zit in een kaartje sturen als iemand ziek is, of gewoon elkaars naam kennen. Weten dat je bij elkaar kan aankloppen als je hulp nodig hebt. Dat noem ik een weerbare sociale ecologie.

In Nederland heb je tegenwoordig lief- en leedstraten die inzetten op een inclusief sociaal weefsel. Actieve bewoners krijgen een klein bedrag om van hun straat een warme sociale plek te maken. Denk aan een buurtborrel organiseren, een lokaal communicatieplatform opzetten of mensen met gezondheidsproblemen een bloemetje sturen. Het project Zorgzame Buurten start vanuit diezelfde lokale insteek. Eenzaamheid bestrijden hangt niet altijd samen met grote visies of beleidsplannen. Het zit vaak in kleine dingen. Maar je kan mensen wel stimuleren om iets structureel te organiseren in hun buurt. Om de mentale shift ook bij jongeren te realiseren, heb je de onderwijsinstellingen nodig. Leer jonge mensen hoe ze elkaar nodig hebben om verder te springen. Talentontwikkeling is niet genoeg. Betekenisvolle sociale contacten zijn net zo belangrijk. Die ontstaan makkelijker in een sfeer van solidariteit en zorgzaamheid.”

“Weten dat je bij elkaar kan aankloppen als je hulp nodig hebt. Dat noem ik een weerbare sociale ecologie”

Wat met onze publieke ruimte? Nodigt die voldoende uit tot spontane sociale contacten? 
“Daar is nog verbetermarge. Ik was onlangs in Bilbao, geroemd als ouderenvriendelijke stad. Overal zie je aantrekkelijke parkjes, zithoeken, (speel)pleinen. Verschillende generaties komen er op heel natuurlijke wijze samen. Ouderen genieten van de buitenlucht en spelende kinderen. Kinderen en hun ouders raken aan de praat met elkaar en anderen. De manier waarop je je steden en dorpen inricht, doet ertoe. Bij ons is het vaker slecht weer dan in Spanje, maar laat dat net een extra motivatie zijn om onze publieke ruimte te herwaarderen. Mensen zitten zo al genoeg binnen.”

 

TEKST: THOMAS DETOMBE – BEELD: HANNAH ANTHONYSZ

prachtig en helder artikel

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.