Lieve Germonprez Evi Steen Koen Steel
18/03/2024
Zorgbeleid Algemene Ziekenhuizen Eerste lijn

In Brugge zijn spoeddienst en huisartsenwachtpost al 7 jaar geïntegreerd

Het nieuwe gezicht van spoedzorg

In Brugge zijn spoeddienst en huisartsenwachtpost al 7 jaar geïntegreerd

Zonder veel poeha zette AZ Sint-Jan Brugge een baanbrekende stap door de huisartsenwachtpost in de spoeddienst te integreren. En het werkt, al zeven jaar lang. Bij aankomst aan de huisartsenwachtpost worden we al meteen de wacht aangezegd. De spoedarts is er nog niet om aan ons interview deel te nemen, en wel om een goede reden: de helikopter bracht zonet een patiënt binnen die in een verkeersongeval gekwetst was geraakt. Ongeruste familieleden van het slachtoffer hebben zich ijlings naar het ziekenhuis gehaast en worden opgevangen in een apart wachtzaaltje van de huisartsenwachtpost. Ze wachten er op nieuws. Het zet meteen de malaise van spoeddiensten die overspoeld worden met patiënten die eigenlijk geen urgente zorg nodig hebben op scherp: spoeddiensten zijn er voor crisissituaties, niet voor een opspelend pijntje of kwaaltje.

In een tijd waarin de gezondheidszorg sneller dan ooit evolueert, kan je het pragmatische, innovatieve initiatief van AZ Sint-Jan Brugge niet alleen zien als een paradigmaverschuiving in de manier waarop spoedzorg wordt verleend, maar ook als een model dat navolging verdient in heel Vlaanderen. Onlangs nog kopten de kranten dat de spoeddiensten in Vlaanderen overspoeld worden door patiënten van wie de helft er eigenlijk niet thuishoort. Dat komt onder meer door het tekort aan huisartsen. In Brugge dijken ze die toestroom in via de integratie van de spoeddienst en de huisartsenwachtpost. Het is zo evident dat je het gerust raar mag vinden dat dit uniek is in Vlaanderen.

Gemeenschappelijk onthaal

Hun oplossing is even eenvoudig als ingrijpend: de huisartsenwachtpost loopt over in de spoeddienst en vice versa, met elk hun wachtkamer waarop ze allebei zicht hebben. “We helpen de patiënten in hun keuze”, merkt Lieve Germonprez, manager van de huisartsenwachtpost, fijntjes op. “Anders uitgedrukt: we triëren patiënten naar de ernst van hun klacht. We doen dat onmiddellijk aan het onthaal en verwijzen hen naar onze post, links in de gang, of naar de spoed, rechts in de gang. Het maakt dus niet uit of ze nu in de wachtkamer van de huisartsenwachtpost of van de spoed zijn gaan zitten.”

Evi Steen
Evi Steen: “Slechts 10% van de patiënten die we van de spoed verwijzen naar de huisartsenwachtpost, keert terug naar de spoed omdat hun toestand toch ernstiger bleek dan waarvoor een huisarts soelaas kan bieden”

Dr. Koen Steel, voorzitter van Hawap, de huisartsenwachtposten in de regio Noord-West-Vlaanderen: “Als een patiënt niet acuut en dringend spoedhulp nodig heeft, begeleiden we hem naar de huisartsenwachtpost. Dat kan makkelijk, want beide wachtkamers zijn slechts gescheiden door een gang en doorzichtige, glazen wanden en liggen dus in elkaars zicht. Maar uit ons samengaan kan je niet besluiten dat je de ene dienst zomaar kan vervangen door de andere. Je mag het oorspronkelijke voordeel van de wachtpost niet uit het oog verliezen: huisartsen bundelen de krachten zodat ze niet op eigen houtje 24/7 stand-by moeten zijn voor hun eigen patiënten. Dat was niet meer houdbaar. Nu worden de drie posten in onze regio Noord-West-Vlaanderen – die van Brugge, Oostende en Knokke – met een beurtrol bemand door zo’n 400 huisartsen. Bijkomend voordeel van onze samenwerking: de huisartsenwachtpost ontlast de spoed van patiënten die de spoed oneigenlijk frequenteren.”

Spoedarts Evi Steen is ons intussen komen vervoegen: “Onze sterkte is dat alles onder één dak gebeurt. De patiënt kan aan de voordeur kiezen welke kant hij opgaat. Komt hij bij de spoed terecht, dan beslist de triageverpleegkundige in samenspraak met de patiënt of hij niet beter af is bij de huisarts van wacht in de huisartsenwachtpost. Het is als patiënt namelijk niet altijd makkelijk je eigen ziekteproces of de ernst van je probleem in te schatten. Uit de cijfers blijkt dat die triage goed gebeurt. Slechts 10% van de patiënten die we van de spoed verwijzen naar de huisartsenwachtpost – aan de overkant van de gemeenschappelijke gang – keert terug naar de spoed omdat hun toestand toch ernstiger bleek dan waarvoor een huisarts soelaas kan bieden.”

Het juiste zorgcircuit

Midden in ons gesprek valt ons een voorbeeld in de schoot: dr. Steen krijgt telefoon en wordt gebriefd over de status van een patiënt. “Een melding van banale buikpijn blijkt een appendicitis te zijn”, zegt ze, als ze weer inhaakt. “De patiënt werd van de huisarts naar de radiologie gestuurd omdat hij een appendicitis wou uitsluiten. De radioloog nam nu met de spoedarts contact om te melden dat hij de patiënt naar de spoedgevallen zal sturen. Hij stelde op echografie wel degelijk een appendicitis vast. De spoed kan nu onmiddellijk de chirurg verwittigen en de patiënt zal later op de dag geopereerd worden. Er is correct gehandeld.”

Lieve Germonprez vult aan: “Als mensen bellen naar 1733 of als ze bij de spoed toekomen worden ze onmiddellijk getrieerd naar de juiste dienst: 9 op de 10 patiënten die bij de huisartsenwachtpost terechtkomen zijn daar dan al op de juiste plaats. De nabijheid van beide diensten op zich zorgt dus al voor betere zorg – patiënten geraken snel in het juiste zorgcircuit. En we hebben snel back-up na doorverwijzing: als je als patiënt niet op de huisartsenwachtpost terechtkan, moet je niet nog eens drie kilometer verder rijden voor je geholpen wordt op de spoeddienst.”

Dr. Evi Steen vult aan: “Als spoedarts ben je snel geneigd – een automatisme dat eigen is aan de job – om een bloedafname te doen, een EKG of een RX Thorax te nemen, terwijl dat niet altijd nodig is als een huisarts een eerste inschatting kan doen.”

Dr. Koen Steel: “Nog een typisch voorbeeld is een patiënt met pijn op de borst. Niet alle pijn op de borst betekent een hartaanval. Hier kan de huisarts door het probleem uitgebreid te bevragen en met een klinisch onderzoek de patiënt soms geruststellen zonder dat hij naar spoedgevallen gestuurd wordt waar vaak alle registers worden opengetrokken. De huisarts trieert dus welke pijn op de borst hij of zij verdacht vindt voor een hartinfarct.

Lieve Germonprez: “Daardoor hebben we een aantal technische onderzoeken vermeden die we zowel de patiënt als de maatschappij kunnen besparen. Het typische profiel van de patiënt die bij de huisartsenwachtpost terechtkomt, is iemand met rugpijn of een infectie, een kind met koorts, een gevallen kleuter. Overdag kunnen zij bij de eigen huisarts terecht of desnoods bij de spoed. ’s Avonds of ‘s nachts zullen zij wellicht bij de huisartsenwachtpost belanden. Het voordeel van onze huisvesting in het ziekenhuis is dat we alle technologie en instrumenten heel snel tot onze beschikking hebben om de patiënt, indien het toch nodig blijkt, naar de spoedgevallen te verwijzen.”

Geen prestatiedruk

“Het is geen overdreven druk moment, dus kan het wel even.” Hoofdverpleegkundige van de spoed Johan De Kock geeft ons – hoe kan het ook anders – snel een rondleiding op zijn dienst. Nochtans zien we in elke kamer die we passeren minstens één patiënt die de nodige zorgen toegediend krijgt. De voor kinderen aangepaste kamer is ook volzet – wegens plaatsgebrek liggen er tijdelijk enkele volwassen patiënten.

Lieve Germonprez
Lieve Germonprez: “We triëren patiënten naar de ernst van hun klacht. We doen dat onmiddellijk aan het onthaal en verwijzen hen naar onze post, links in de gang, of naar de spoed, rechts in de gang”

Ook volgens Johan De Kock biedt de samensmelting van de spoeddienst en de huisartsenwachtpost tal van voordelen voor zowel zorgverleners als patiënten en betekent de samenwerking een cruciale stap in het verbeteren van de zorgcoördinatie en het optimaliseren van de patiëntervaring. “Het stelt ons in staat om efficiënter te werken en patiënten sneller de juiste zorg te bieden."

Het is duidelijk dat de huisartsenwachtpost en de spoedafdeling elkaar niet beschouwen als concurrenten. Lieve Germonprez: “Integendeel, we helpen elkaar verder. Patiënten vragen zich immers ook niet af of ze in de eerste of de tweede lijn thuishoren, als ze maar snel geholpen zijn.” Dr. Evi Steen: “Je mag de huisartswachtpost en de spoedgevallen niet zien als concurrenten maar als twee partners die samen een antwoord geven op niet-planbare zorg.”

Koen Steel
Koen Steel: “Voor de patiënten maakt het niet uit bij wie ze terechtkomen, als ze maar geholpen worden”

Volgens Koen Steel is prestatiegeneeskunde niet aan de orde. “Voor de patiënten maakt het niet uit bij wie ze terechtkomen, als ze maar geholpen worden. Voor alle niet urgente hulp kunnen patiënten op de huisartsenwachtpost terecht. Als het urgent is, moet een patiënt naar de spoed, punt. Het aantal patiënten opdrijven uit financiële drijfveren kan je moeilijk volhouden, denk ik. Bij ons speelt het alleszins niet. Het strookt ook niet met een op kwaliteit gerichte toekomstvisie. Je ziet overal wel de beweging dat huisartsenwachtposten zich dichtbij of op de site van het ziekenhuis vestigen om die snelle wisselwerking ook mogelijk te maken.”

Lieve Germonprez: “Eerlijk gezegd, ik kan mij niet inbeelden dat we hier niet zouden zitten en niet complementair samenwerken. Het begint al bij onze artsen in opleiding. We vragen hen er een gewoonte van te maken om, voor ze hun wacht beginnen, de spoedarts eerst goeiedag te gaan zeggen. Dan kan een goeie samenwerking volgen. Zo simpel is het. Overigens, zij krijgen ook feedback over hun doorverwijzing: of ze met de patiënt de juiste weg hebben afgelegd.”

Steel, Steen en Germonprez hameren erop. De spoed moet zijn werk doen waarvoor hij dient: zo snel mogelijk medische hulp bieden in de dringendste gevallen.

“Je hebt mensen die onmiddellijk naar ons lopen, bijvoorbeeld als de pijn te erg wordt, terwijl ze eerder al met lichtere pijn zaten of nog niets van pijnstillers hebben genomen”, zegt Lieve Germonprez. “Dan moet het ineens de nacht zelf. Tja, dat is niet slim en je belast het systeem want jouw acute pijnprobleem had je kunnen voorkomen of tijdiger aanpakken. Bij kinderen die gevallen zijn of koorts hebben, grijpen we dan weer wel vaak snel in omdat hun probleem niet altijd direct goed vast te stellen is of omdat ze niet altijd goed kunnen verwoorden wat het probleem is.”

“Patiënten morren weleens,” zegt dr. Evi Steen. “Als het naar hun zin niet snel genoeg gaat en ze een tijd moeten wachten. Terwijl dat voor hen eigenlijk goed nieuws is, want ze zijn er minder erg aan toe dan patiënten die we laten voorgaan… Aan de patiënt van de helikopterinterventie van zonet hebben we dus voorrang gegeven. Het is niet altijd mogelijk mensen te sensibiliseren voorbij hun eigen hier-en-nu-verlangen.”

Innovatief model voor efficiëntie en kwaliteit

De integratie van spoed en huisartsenwachtpost maakt het in AZ Sint-Jan Brugge mogelijk om een naadloze overgang te creëren tussen eerstelijns- en tweedelijnszorg en opent de deur naar een meer geïntegreerde en efficiënte benadering van zorgverlening. Het succesvolle model kan dienen als een lichtend voorbeeld voor andere regio's in Vlaanderen: hoe samenwerking tussen verschillende zorgverleners de kwaliteit van zorg kan verbeteren en de druk op de gezondheidszorg kan verlichten.

  • Patiënten krijgen een breder scala aan zorgopties aangeboden
  • Een van de meest opvallende voordelen van de samenwerking is de verbeterde toegankelijkheid en doorstroming van zorg
  • De samenwerking heeft geleid tot kortere wachttijden voor patiënten
  • De zorgteams kunnen beter inspelen op acute situaties en de juiste zorg op het juiste moment bieden
  • Kern van het succes van de integratie is een nauwe samenwerking en communicatie tussen de verschillende zorgteams
  • De integratie heeft geleid tot een betere benutting van middelen en expertise. Huisartsen die verbonden zijn aan de wachtpost kunnen nu directe toegang krijgen tot de faciliteiten en specialisten van het ziekenhuis, waardoor ze sneller en efficiënter kunnen handelen bij acute situaties.

In 2022 werden in Brugge via de spoed naar de huisartsenwachtpost 3.400 patiënten doorverwezen, in 2023 waren dat er 3.569.

Tekst: Nico Krols - Beeld: Tini Cleemput

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.