Geerts de Vries
04/12/2023
Zorgbeleid Geestelijke gezondheidszorg

“Aanklampende zorg om de meest kwetsbaren te bereiken”

GGZ-projecten sociale huisvesting

“Aanklampende zorg om de meest kwetsbaren te bereiken”

Meer mensen dan we denken, kampen met psychische problemen. Niet iedereen vindt of zoekt daarbij gepaste hulp. Soms is er zelfs sprake van actieve vermijding van zorg. Dat hoeft niet altijd een probleem te zijn, maar soms kan het leiden tot zorgwekkende situaties zoals een dreigende uithuiszetting. Om dat te ondervangen en te voorkomen dat mensen door psychische problemen op straat komen te staan, ondernam de Vlaamse overheid actie. Via aanklampende zorg wordt actief op zoek gegaan naar de groep van ‘zorgmijders’. Diane Geerts, directeur beschut wonen Kempen, en Anne de Vries, teamcoördinator Eigen Kracht Wonen (EKWo) – het project aanklampende zorg in netwerk RELING (Limburg) - geven meer uitleg.

Aanklampende zorg aanbieden bij zorgmijders, wat is dat precies?

Anne de Vries: “Met ons project komen we als hulpverleners tot bij de mensen thuis, zelfs als de persoon daar niet om vraagt. Soms kan je niet blijven wachten tot iemand zichzelf meldt met een hulpvraag. De meest kwetsbaren komen niet naar een zorgverlener. Dat wil niet zeggen dat we geen verantwoordelijkheid hebben om die mensen te helpen. Het is trouwens niet altijd zo dat ze bewust geen zorg willen. Ik heb het dan ook lastig met het woord ‘zorgmijders’, dat de ‘schuld’ legt bij de persoon zelf, terwijl onze zorgsector heel wat drempels kent. We scharen ons te vaak achter een zogenaamd tekort aan motivatie bij de zorgvrager. Je moet best sterk zijn om de juiste hulpverlening te vinden. Mensen moeten in een onoverzichtelijk aanbod zelf hun weg zoeken en hun vraag goed kennen. Daarnaast werken we nog dikwijls in hokjes waardoor heel wat mensen met complexe problemen nergens meer thuis horen. Die geven hun zoektocht dan weleens op, met soms desastreuze gevolgen. Ook hebben zogenaamde zorgmijders vaak negatieve ervaringen met hulpverlening. In dat geval hebben we iets goed te maken. We zien ook mensen die zogenaamd ‘uitbehandeld’ zijn, maar waar de omgeving wel in die mate last van heeft dat er iets moet gebeuren.”

Diane Geerts: “Waar vroeger het CAW bij woningvervuiling aan preventieve woonbegeleiding deed met de toestemming van de cliënt, gaan we met dit project verder. We doen aan bemoeizorg bij huurders met psychische problemen, ook zonder directe toestemming. In de manier om ze toch aan boord te krijgen, zijn we bijzonder creatief.”

Diane Geerts: “We doen aan bemoeizorg bij huurders met psychische problemen, ook zonder directe toestemming”

Anne de Vries: “Van een persoon die voldoende bekwaam is, verwachten we dat hij zijn zorgvraag zelf ergens stelt. De mensen die wij zien, hebben echter vaak meerdere en complexe psychische problemen waardoor dat minder goed lukt. Het kan ook zijn dat ze minder goed kunnen inschatten dat er hulp nodig is. We spreken dan over een verminderde beslissingsbekwaamheid. In dat geval gaan we in ‘aanklampen’. Dat kan gaan van ‘verleiden met een zorgaanbod’ tot ons echt ‘moeien’, wanneer we voelen dat iemand niet meer helder kan denken. We empoweren. Enkel in de meest extreme gevallen nemen we over. Ons doel is om gedwongen opnames te voorkomen.” 

Hoe gaat het aanklampend werken precies in zijn werk?

Anne de Vries: “Het sociaal verhuurkantoor of de woonmaatschappij meldt de huurders aan bij ons. Zij sturen een huurbegeleider voor een huisbezoek en wij gaan mee. Dat moet een transparant gesprek zijn. De huurbegeleider legt het probleem op tafel, zodat ook wij de nodige informatie hebben. Het is dan aan ons om te motiveren om een verder traject aan te gaan. In 9 op de 10 gevallen lukt dat. Hiervan stroomt 60% door naar de reguliere zorg.”

Anne de Vries
Anne de Vries: “Wij nemen de tijd om een vertrouwensrelatie op te bouwen. Vanuit dat vertrouwen lukt het vaak om tot de kern van het probleem te komen en eventuele psychische kwetsuren aan te raken”

Diane Geerts: “Onze medewerkers moeten out of the box kunnen denken om contacten te leggen met de mensen die een sociale verhuurder ons signaleert. Als ze de deur niet open doen, kunnen we ze misschien elders treffen, bijvoorbeeld bij het ocmw. Soms kan het werken om brood en beleg bij te hebben om een band op te bouwen. De nood die de sociale verhuurder aankaart, is immers meestal niet de echte nood. Vaak zitten er heel andere problemen achter, zoals armoede. Dat brood kan dan voor een eerste contact zorgen. De dreiging van uithuiszetting kan voor iemand ook meespelen. Een boodschap die wij niet geven, maar die een hefboom kan zijn om met ons verder te gaan. Onze taak is om vertrouwen op te bouwen.”

Hoe bouwen jullie dat vertrouwen op?

Anne de Vries: “De sociale verhuurder neemt de ‘strenge rol’ op zich en de hulpverlener krijgt de ruimte om naast de huurder te gaan staan en samen te zoeken hoe de ‘lastige’ huisbaas weg te houden. Wij nemen de tijd om een vertrouwensrelatie op te bouwen. Vanuit dat vertrouwen lukt het vaak om tot de kern van het probleem te komen en eventuele psychische kwetsuren aan te raken.”

Diane Geerts: “Vaak bouwen we die vertrouwensband op vanuit heel praktische dingen, zoals meerijden naar het containerpark of mee boodschappen doen. Wijzen op slingerend huisvuil of andere overlast, werkt niet. We proberen eerst in te gaan op wat er echt speelt. Enkel dan kunnen we de problemen van overlast bespreken en aanpakken.”

Anne de Vries: “Wij wijzen niet met het vingertje. Als iemand bijvoorbeeld een alcoholprobleem heeft, zullen wij daar niet meteen op gaan hameren als dat voor hem geen issue is. We proberen eerst verbinding te maken door te luisteren naar wat er voor hen wél belangrijk is. We werken heel vraaggestuurd en dringen geen zaken op, maar gaan in op wat mensen zelf aanbrengen. Dat kan totaal iets anders zijn dan het probleem dat ons gemeld is. Eens er vertrouwen is, heb je een basis om over minder leuke dingen te spreken zoals de verslaving. Vanuit een goede band lukt het vaak om te reflecteren over het gestelde gedrag en te motiveren tot verandering. Dan kan je bruggen leggen naar helpende instanties. We sturen de mensen daarbij niet alleen op pad. Wij gaan in het begin mee als dit drempelverlagend is. Overdracht naar reguliere zorg kan immers moeilijk zijn. Als mensen met ons in contact komen in een erbarmelijke situatie, is het niet evident om elkaar nadien weer los te laten. Bovendien komen wij aan huis, zijn we kosteloos en kijken we niet op van een vergeten afspraak of dichte deur. In de reguliere zorg liggen de verwachtingen vaak hoger. We zorgen daarom voor een warme overdracht.”

Hoe bepaal je of iemand zorg nodig heeft? Is dat niet subjectief?

Anne de Vries: “We hebben heel wat tools die ons helpen om te bepalen of iemand zorg nodig heeft. Het is dus zeker niet subjectief. Zo vertrekken we vanuit concepten als beslissingsbekwaamdheid en zelfredzaamheid. We kijken naar de mate waarin iemand verantwoordelijkheid kan opnemen. Iemand die erg psychotisch is, kan bijvoorbeeld minder verantwoordelijkheid opnemen dan iemand die omwille van zijn persoonlijkheid lak heeft aan alles. Die laatste zullen we niet intensief begeleiden, maar wel adviseren als die daar zelf voor openstaat. Zo iemand moet je niet aanklampen. Soms komen we bij mensen waarvan blijkt dat ze toch al in begeleiding zijn bij een GGZ-partner. Dan vragen we of we contact mogen opnemen met de betrokken dienst. Wij laten het dan los. Het is zeker niet zo dat we eender wie aanspreken. Een interdisciplinair team maakt die beslissingen, eventueel in overleg met een psychiater.”

Anne de Vries: “Onze zorgsector kent heel wat drempels. Je moet best sterk zijn om de juiste hulpverlening te vinden”

Waarom focust het project op sociale huisvesting?

Diane Geerts: “Wanneer er overlast is bij sociale huisvesting, waren er vroeger weinig opties en werd er al snel naar de vrederechter gegaan om die persoon uit huis te zetten. Nochtans zit er achter overlast weleens een ander probleem. Een vervuilde woning kan ontstaan vanuit geestelijke gezondheidsproblemen en kan met een juiste behandeling worden opgelost.”

Anne de Vries: “Uithuiszettingen moeten we voorkomen, zeker bij de meest kwetsbaren. Iemand zonder woning kan niet meer deelnemen aan de maatschappij. Een woning is de basis voor herstel zoals het Housing first-principe onderstreept. Als je enkel bezig bent met het vinden van een veilige slaapplaats, heb je weinig mentale ruimte voor sociale contacten, medische behandelingen enz. Wij vertrekken van het menselijke aspect, al is er ook een economisch aspect. Volgens een onderzoek van de ULB kost een dakloze in Brussel de stad 41.000 euro per jaar. Als die dakloze ook nog eens een middelenverslaving heeft, kan dat oplopen tot meer dan 80.000 euro.”

Werken jullie met veel organisaties samen?

Diane Geerts: “De projecten zijn gestart vanuit dreigende uithuiszettingen die kunnen leiden tot dakloosheid. Daarom werken we samen met de preventieve woonbegeleiding van het CAW. Die dienst heeft als opdracht tussen te komen bij huurachterstal of verwaarlozing van de sociale woning. Een dienst die al lang bestaat, maar expertise rond psychische aandoeningen miste. In dit project brengen we elkaars expertise samen. Afhankelijk van de situatie gaat het CAW langs of wij vanuit GGZ. Soms gaan we in duo. Ook onze eigen teamwerking is belangrijk. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een psychiater mee aan huis gaat. Daarnaast zijn er ook federale middelen om via mobiele teams aanklampende zorg te verlenen. Helaas gelden hier heel andere regels waardoor er in sommige regio’s naast elkaar wordt gewerkt. Het is echt belangrijk dat de federale en Vlaamse regelgeving op elkaar worden afgestemd.”

Hebben jullie zicht op het effect van jullie werking?

Anne de Vries: “Het is niet altijd meetbaar of het onze interventie is die een uithuiszetting heeft vermeden, of dat er andere factoren meespeelden. Maar 95% van de zorgwekkende zorgmijders die wij actief begeleid hebben, konden hun woning behouden.”

Diane Geerts
Diane Geerts: “95% van de zorgwekkende zorgmijders die wij actief begeleid hebben, konden hun woning behouden”

Diane Geerts: “Ondanks onze financiering van maar 2 VTE’s, boeken we mooie resultaten. We hebben geen specifieke zorgopdracht. We moeten verleiden en toeleiden. Het vraagt tijd om vertrouwen op te bouwen. Daarvoor moeten we vaak meermaals aan de deur staan.”

Anne de Vries: “Onze gemiddelde begeleidingstijd is 9 maanden. Nadat er vertrouwen is, moeten we ook mee verbinden naar andere organisaties en dat kan veel tijd kosten. Niet elke organisatie zit op hen te wachten. Onze doelgroep heeft geen hoge aaibaarheidsfactor en wordt soms ervaren als ‘lastig’.”

Hebben jullie zicht op de toekomst van jullie projecten?

Diane Geerts: “Neen. We zijn nu zo’n vijf jaar bezig met dit project en het is nog altijd niet duidelijk of het wordt gecontinueerd. Het wordt tijd dat dit een structurele werking wordt. De onzekerheid voor onze medewerkers duurt voort, terwijl we hen net willen motiveren om te blijven. Maar weinig mensen willen dit werk doen. We hebben echt heel specifieke profielen nodig. Dak- en thuisloosheid is trouwens een groeiend probleem, niet enkel in de stad. Ook op het platteland zijn de cijfers schrijnend. Het gaat bij dak- en thuislozen trouwens niet alleen over mensen die op straat wonen. Ook mensen die in een opvangsetting verblijven omdat ze geen thuis hebben, de zogenaamde sofaslapers … 23,5% van deze groep is trouwens tussen de 16 en 25 jaar. Helaas hebben ze de projecten voor jongvolwassenen binnen GGZ stopgezet.”

Anne de Vries: “De verkokering van de zorg maakt dat heel veel mensen uit de boot vallen. De afbouw van psychiatrische bedden ging sneller dan de komst van mobiele alternatieven. Heel wat mensen blijven omkadering nodig hebben en die volgt niet in dezelfde mate. Daarnaast is er minder tolerantie in de maatschappij. Waar we vroeger ‘de dorpsgek’ hadden die we aanvaardden, wordt nu al snel een wijkagent afgestuurd op iemand met ‘afwijkend’ gedrag. Dus ja, in het licht van de verharding van de samenleving is onze werking nodig om mensen een laatste reddingsboei te kunnen toewerpen.”

Diane Geerts: “Op dit moment kan enkel een sociale verhuurder een zorgwekkende situatie melden bij ons. Het is daarbij belangrijk dat ze dat tijdig doen zodat we nog ruimte hebben om de persoon te begeleiden en de problemen aan te pakken. We hopen dat we dit kunnen uitbreiden. Zorgmijders zijn er uiteraard ook buiten de sociale verhuur en daarom moeten we aanklampende zorg verder uitbreiden.”

Tekst: Sophie Beyers – Beeld: Sophie Nuytten

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.