Dagprijzen in de Vlaamse residentiële woonzorg. Analyse en voorstellen tot aanpassing van regelgeving en controle
De betaalbaarheid van de woonzorgcentra, centra voor kortverblijf, centra voor dagverzorging en assistentiewoningen is een gevoelig maatschappelijk thema. Kijk maar naar de vele persartikels die telkens verschijnen wanneer de Vlaamse overheid de evolutie van de gemonitorde dagprijzen bekendmaakt. Dikwijls wordt dan ook gediscussieerd over de hoogte van de pensioenen. Of wordt luidop de vraag gesteld of een oudere persoon de eigen woonst moet verkopen om een verblijf in het woonzorgcentrum te kunnen betalen.
Met de dagprijsreglementering wil de overheid de verhoging van de dagprijzen onder controle houden. Via de jaarlijkse meting van de dagprijzen volgt ze de evolutie van de dagprijzen op, ook in het licht van de stijgende consumptieprijsindex.
Het pensioen is voor meer dan de helft van de ouderen ontoereikend om de factuur van het woonzorgcentrum te betalen. Een deel van die ouderen kan een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood ontvangen. Dat kan helpen om de kosten te dekken. Vele ouderen spreken hun ook spaarmiddelen aan. In een aantal gevallen springen de kinderen vrijwillig bij of doen ouderen een beroep op het OCMW.
Voor de woonzorgvoorzieningen die zijn onderworpen aan de dagprijsreglementering en -controle, is de dagprijs een belangrijke bron van inkomsten, naast de Basistegemoetkoming voor Zorg (Vlaamse sociale bescherming), subsidies voor bepaalde tewerkstellingsvormen (bijvoorbeeld sociale maribel) en het infrastructuurgebonden forfait (VIPA). Zo’n 40% van de werkingskosten van een woonzorgcentrum wordt bekostigd met de dagprijs en de supplementen (2%).
Ongeveer 75% van de kosten van een woonzorgvoorziening bestaat uit personeelskosten. De reële kost van het zorgpersoneel wordt echter niet volledig gefinancierd uit solidaire middelen, maar via een gesolidariseerde dagprijs. Vooreerst dekken de gesubsidieerde zorgkosten niet de reële kosten, bijvoorbeeld door de anciënniteitstoename en de meerkost van de inzet van interim zorgpersoneel.
Daarnaast volgen de gesubsidieerde personeelsnormen de realiteit van de toenemende zorgzwaarte niet. De normen zijn al lang achterhaald. Vele woonzorgvoorzieningen hebben daardoor meer zorg- en ondersteuningspersoneel in dienst dan wettelijk verplicht. Dat doen ze om de continuïteit en de kwaliteit van hun zorg en ondersteuning te behouden. De kost ervan wordt geïntegreerd in de dagprijs.
De voorzieningen ervaren de dagprijscontrole als een hinderlijke rem op een dynamisch en proactief sociaal ondernemerschap. Een ondernemerschap dat positieve resultaten kan creëren, met het oog op investeringen in de kwaliteit van het wonen, het leven en de zorg van de bewoners en gebruikers.
In deze nota beschrijven we in een eerste deel de huidige dagprijsreglementering en -controle voor de woonzorgvoorzieningen: wat is een dagprijs, een supplement en een voorschot ten gunste van derden? We geven de historiek en gaan in op de recente evolutie van de dagprijzen. In een tweede deel leggen we het standpunt van Zorgnet-Icuro uit. Het derde deel van de nota focust op de knelpunten voor de woonzorgvoorzieningen in de huidige regelgeving. Voor elk knelpunt stellen we één of meerdere oplossingen voor.