02/09/2020
Personeel en Organisatie Kwaliteit Zorgbeleid

Woonzorgcentra: Kritiek en debat is goed, maar trop is te veel

Woonzorgcentra zijn een geliefd onderwerp in de (sociale) media. Er was het afgelopen half jaar nauwelijks een week denkbaar zonder schrijnende verhalen, vlijmscherpe analyses en genadeloze kritiek op wat er allemaal misloopt in de residentiële ouderenzorg. Dat was trouwens vroeger ook al zo. Corona legde daar gewoon een dikke crisislaag bovenop. De hoofdlijnen van die negatieve framing zijn gekend: woonzorgcentra zijn onderbemande en dure zorgfabrieken die de privacy, autonomie en integriteit van zorgbehoevende ouderen dagelijks zwaar schenden. Een hellhole waar niemand op zijn oude dag naartoe wil. De discussies en ontelbare meningen rond de bezoekregeling zijn de meest recente aflevering in deze slechtnieuwsshow.

Uiteraard verdienen de bezoekregelingen onze onverdeelde aandacht. Ze zijn cruciaal voor het welbevinden van onze bewoners. Het spreekt voor zich dat al te strikte en beperkte regelingen plaats moeten maken voor meer soepelheid. De realiteit van de 800 Vlaamse woonzorgcentra geeft een divers beeld van strikt tot heel vrij. Het toont hoe vele voorzieningen worstelen met het evenwicht tussen veiligheid en welbevinden. Maar ze worstelen met veel meer dan dat. De heisa rond de bezoekregeling is exemplarisch voor een permanente negatieve beeldvorming van de sector. Nu gaat het over het bezoek, maar volgende week of volgende maand ongetwijfeld over iets anders: de maaltijden, de factuur, de inrichting van de kamers…

Wat mij beroert is wat dit allemaal doet met de medewerkers, met de meer dan 100.000 mensen die in een Vlaams woonzorgcentrum werken. Mag ik u allen even uit te nodigen om stil te staan hoe hard de niet aflatende stroom van kritiek bij hen binnenkomt? Het gaat om mensen die dit voorjaar in de ergste frontlinie stonden van de Covid-oorlog. Die extra shiften draaiden, hopeloos op zoek waren naar beschermingsmateriaal, die zelf besmet geraakten. Medewerkers van zwaar getroffen centra liepen trauma’s en schuldgevoelens op die nog lang niet verwerkt zijn. Sommigen raken de angst niet kwijt dat het virus opnieuw binnenkomt. In het voorjaar klapten we in de handen en hingen we een affiche voor het raam met een dikke dankuwel aan de zorgverleners. Vandaag, nauwelijks drie maanden later - met een virus dat nog lang niet weg is - gaat er geen dag voorbij of de ouderenzorg krijgt opnieuw de volle laag. Dat doet de veer bij veel medewerkers breken. Een greep uit de getuigenissen die onze mailbox overspoelen:

“Het probleem wordt in de sector met de dag groter en overschrijdt de discussie van het bezoek, testing en financiering. Niet alleen de bewoners lijden maar als woonzorgcentrum zien we echt zwarte sneeuw. We zien geen sollicitanten meer opdagen (verpleeg- en zorgkundigen) en onze medewerkers zijn beschaamd geworden om te zeggen dat ze in een woonzorgcentrum werken. We worden gewoon 15 jaar terug gekatapulteerd in onze werking”.

“Ik kan echt niet leven met hoe de media en de politiek onze woonzorgcentra afschilderen. Al maanden, in deze onwezenlijke periode, volgen wij richtlijnen op. Wij volgen die op naar goeddunken, zoals van ons wordt verwacht. Ook al druisen de ‘regels’ in tegen onze natuur… Ik heb op een Covid afdeling gewerkt. Ik heb gezien wat het doet met bewoners en medewerkers. Ik heb gezien hoe onze directie het onderste uit de kan moest halen, hulp moest zoeken bij lokale verenigingen en particulieren om ons te voorzien in materiaal. Wij hebben de boel recht gehouden, HELEMAAL ALLEEN.”

Ik vrees dat voor veel medewerkers trop stilaan te veel is. Ze dreigen af te haken. En zo komen we terecht in de gekende vicieuze cirkel: de uitstroom van verpleeg- en zorgkundigen in de woonzorgcentra wordt groter dan de instroom. In tijden dat verpleegkunde een knelpuntberoep is. Dat doet de druk op zij die werken nog toenemen, met als gevolg: ziekteverzuim, nog meer vervroegde uitstroom en de perceptie van een sector als ‘zwaar’ en ‘onaantrekkelijk’.

Collectieve zorgsettings botsen met het maatschappelijke verhaal van het recht op individuele zelfbeschikking waarop we allemaal meesurfen. Daarbovenop ventileren we ook graag onze mening op sociale media. En de grote media pikken daar gretig op in. Ze focussen meer op de ergste cases dan wel op hoe er in de woonzorgcentra met vallen en opstaan wordt gewerkt. Een complexe en genuanceerde werkelijkheid wordt zo vaak gereduceerd tot een karikatuur, met bewoners en medewerkers die tegen elkaar worden opgezet. De eenzame positieve tegenstemmen niet te na gesproken. Wat we nu zien is dat 800 leefgemeenschappen in Vlaanderen vaak over dezelfde kam worden geschoren en aan de schandpaal worden genageld. Misschien is alle kritiek goedbedoeld, “opdat het in de toekomst beter zou worden”. Maar de pot van kritiek kookt nu over en richt genadeloos veel schade aan. Directies en medewerkers lezen de striemende kritiek en worden overmand door angst, onzekerheid en schuldgevoelens.

In weerwil van wie het tegendeel beweert zullen er altijd woonzorgcentra nodig zijn, hoezeer we allemaal thuis (eenzaam) oud willen worden. We moeten dus verder. Hoe doen we dat? Hoe kunnen we de neerwaartse spiraal doorbreken? Laat ons vooral de dialoog aangaan en elkaar niet genadeloos afbreken. Debat is goed, moet er zijn, en mag ook in de media gevoerd worden. Op zich zijn kritische reflecties over hoe het anders moet én kan dus meer dan welkom. Maar een sector jarenlang en voortdurend afbreken, laat zijn sporen na. Omdat niemand er meer wil werken, omdat alle fierheid verdwijnt als sneeuw voor de zon, omdat de moedeloosheid toeslaat. Laat ons allemaal samen kijken en benoemen wat goed is. Laat ons van daaruit vertrekken en complimenten geven. Laat ons investeren. In de eerste plaats in onze ouderen, in de manier waarop we met hen als samenleving omgaan en hen behandelen als volwaardige burgers. En laat ons vooral investeren in de mensen die er werken. Menselijk kapitaal is datgene waarmee alles in de zorg begint en eindigt. Dat kapitaal verdient veel meer dan wat we hen nu geven.

Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder Zorgnet-Icuro