01/04/2019
Zorgbeleid

Vlaams Patiëntenplatform: Interview met Margot Cloet

“We moeten de middelen die we hebben voor de zorg zo efficiënt mogelijk inzetten.”

De nieuwe wet op de ziekenhuisnetwerken is half februari 2019 goedgekeurd in het parlement. Dat betekent dat ziekenhuizen meer en beter moeten samenwerken. Wat zal de impact van die hervorming zijn? Welke voordelen bieden de netwerken? Wat zijn de voorwaarden om van de hervorming een succes te maken? Het Vlaams Patiëntenplatform interviewde Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder van Zorgnet-Icuro.

Interview Margot Cloet © Vlaams Patiëntenplatform 

“We moeten de middelen die we hebben voor de zorg zo efficiënt mogelijk inzetten”

De nieuwe wet op de ziekenhuisnetwerken is half februari 2019 goedgekeurd in het parlement. Dat betekent dat ziekenhuizen meer en beter zullen moeten samenwerken. Wat zal de impact van die hervorming zijn? Welke voordelen bieden de netwerken? Wat zijn de voorwaarden om van de hervorming een succes te maken? We interviewden Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder van Zorgnet-Icuro, de koepelorganisatie van de Vlaamse ziekenhuizen en voorzieningen uit de geestelijke gezondheidszorg en de ouderenzorg.

VPP: Wat houdt de wet van de ziekenhuisnetwerken in en wat is de impact?

Margot Cloet: “In deze wet staat dat elk ziekenhuis deel zal moeten uitmaken van een netwerk. Dat is nodig om het hoofd te bieden aan de gigantische uitdagingen die op ons afkomen: de vergrijzing van de bevolking en de toename van het aantal mensen met een chronische aandoening. Daarom is het belangrijk dat ziekenhuizen afspraken maken over hoe ze het basisaanbod, zoals bv. courante chirurgie, verdelen en organiseren in de regio’s.

Bovendien moeten ziekenhuizen goed nadenken over waar er gespecialiseerde zorg nodig is en hierover afspraken maken. Zo is het bijvoorbeeld niet de bedoeling om in elk ziekenhuis zeldzame ziekten te behandelen. Dat is ook belangrijk voor de kwaliteit van de zorg. Uit onderzoek blijkt dat als je hoog gespecialiseerde zorg door een beperkt aantal ziekenhuizen laat uitvoeren de overlevingskansen van patiënten toenemen, hun tevredenheid over de zorg stijgt, enz.

Verder weten we dat onze ziekenhuizen in vergelijking met het buitenland een groter aantal bedden per inwoner tellen en dat dit wellicht afgebouwd zal worden. Ziekenhuizen zullen hun aanbod daarop moeten aanpassen. Zo zullen ziekenhuisverblijven korter worden en zullen er nog meer patiënten via daghospitalisatie of poliklinisch[1] worden behandeld.

Maar het is niet omdat je iemand sneller ontslaat uit het ziekenhuis of iemand behandelt via daghospitalisatie dat die persoon nadien geen zorg meer nodig heeft. Daarom is het belangrijk dat ziekenhuizen goed samenwerken met de eerste lijn[2]. Mensen moeten op elk moment de gepaste zorg krijgen. Daarom spreek ik liever over zorgketens i.p.v. lijnen. De patiënt moet in die ketens op elk moment goed begeleid worden.

Nog een belangrijk aspect van de ziekenhuisnetwerken is dat de ziekenhuizen zullen werken naargelang  de zorgbehoeften van de bevolking. Dat zal gebeuren op basis van de gegevens die daarover bestaan. Tot nu toe draaide de werking van ziekenhuizen vooral rond hun eigen aanbod en minder rond de zorgnoden van de bevolking.”

VPP: Wat zijn de voordelen om te werken in netwerken?  

Margot Cloet: “Doordat ziekenhuizen netwerken vormen, breng je meer disciplines samen en zo zullen zorgverleners meer en beter samenwerken. Ook om het budget van de gezondheidszorg onder controle te houden is netwerkvorming een noodzaak. We weten dat het budget de komende jaren een beetje zal toenemen, maar dat zal niet genoeg zijn om aan de zorgbehoeften te voldoen. Daarom zullen we de middelen die we hebben zo efficiënt mogelijk moeten inzetten. Op dat vlak is er nog winst te boeken, denk ik.”

VPP: Wat zijn de voorwaarden om van de ziekenhuisnetwerken een succes te maken?

Margot Cloet: “Er zijn enkele randvoorwaarden nodig om de samenwerking tussen ziekenhuizen te laten slagen en om goede zorg te kunnen blijven aanbieden. Financiële stabiliteit is bijvoorbeeld belangrijk. Je kan niet tegelijk hervormen en besparen. Als het aantal ziekenhuisbedden wordt afgebouwd is het belangrijk dat ziekenhuizen het hoofd boven water kunnen houden. Als er door efficiënter samen te werken middelen vrijkomen, moet je die investeren in personeel voor de ziekenhuizen. Uit een studie blijkt dat in België één verpleegkundige voor elf patiënten moet zorgen, terwijl dat in de ons omringende landen één verpleegkundige voor acht patiënten is. Uit diezelfde studie blijkt dat dit personeelstekort een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van de zorg. Meer investeren in personeel is daarom absoluut nodig.

We vragen dat de overheid een duidelijk kader schept dat ervoor zorgt dat ziekenhuizen goed kunnen samenwerken. Zo mag het bijvoorbeeld niet de verantwoordelijkheid zijn van de ziekenhuizen om te beslissen waar er gesnoeid moet worden in het aanbod en welk ziekenhuis welke zorg mag aanbieden.

We willen de netwerken graag verder uitbouwen, maar deze legislatuur is er soms te veel getreuzeld. We hopen dat er na de verkiezingen snel wetsvoorstellen zullen worden goedgekeurd zodat de ziekenhuizen de nodige handvaten hebben om op een goede manier te kunnen samenwerken.”

Hoe verdeel je het zorgaanbod tussen de ziekenhuizen?

VPP: “In Antwerpen en Gent zijn er telkens twee ziekenhuisnetwerken. Hoe zorg je dat die mekaar niet dood concurreren maar zich organiseren ten voordele van de patiënt?”

Margot Cloet: “De overheid kondigde in het begin van de legislatuur aan dat ze werk wilde maken van de ziekenhuisnetwerken. We wilden daar als Zorgnet-Icuro graag actief aan meewerken en de netwerken groeiden hierdoor van onderuit. Maar als de overheid vindt dat er bijgestuurd moet worden dan moet zij een duidelijk signaal geven. Wij vinden het bemoedigend dat de ziekenhuizen zelf het initiatief namen om de netwerken te vormen.”

VPP: Hoe moet de overheid bepalen welk ziekenhuis welke zorg mag aanbieden?

Margot Cloet: “De aanpak die de overheid gebruikte voor de concentratie van de behandeling van slokdarm- of pancreaskanker lijkt me hiervoor geschikt. Die kankers mogen vanaf 1 juli 2019 enkel nog in ziekenhuizen behandeld worden die minimum 20 ingrepen per jaar halen. Die beslissing is genomen op basis van wetenschappelijk onderzoek. Dat lijkt me een goede manier om te bepalen welk ziekenhuis welke zorg mag aanbieden. We hebben nu soms het gevoel dat de ziekenhuizen hierover zelf moeten beslissen, terwijl het echt wel de taak van de overheid is om dat te bepalen.”

Hervorming ziekenhuisfinanciering: nog veel werk aan de winkel

VPP: Is de hervorming van de ziekenhuisfinanciering in het kader van de laagvariabele zorg[3] een goede zaak? Zal het ziekenhuizen uit het rood halen?

Margot Cloet: “Ik denk het niet. De laagvariabele zorg is een goede hervorming, we staan er zeker achter. Maar het is maar een klein deel van de ziekenhuisfinanciering. Om de financiering van de ziekenhuizen echt te hervormen is er nog veel werk aan de winkel. We willen graag dat de financiering volledig wordt hervormd via een masterplan in een periode van 10 à 15 jaar.”

VPP: De financiering van ons zorgsysteem is nog voor een groot deel gebaseerd op het aantal prestaties dat zorgverleners leveren. Moet dat niet herbekeken worden? Speelt kwaliteit daarin een belangrijke rol?

Margot Cloet: “Een deeltje van de financiering van de ziekenhuizen is inmiddels gebaseerd op de kwaliteitsindicatoren, waarvan ook jullie Vlaamse Patiënten Peiling[4] deel uitmaakt. Voor ons mag er gerust nog veel meer rekening gehouden worden met kwaliteit in de financiering. Ik denk dat we een goed gemengd systeem moeten uitwerken. Je moet voor een stukje blijven werken op basis van de geleverde prestaties, maar de basisfinanciering moet je op een andere manier organiseren.”

VPP: Sommige artsen verdienen een pak meer dan andere collega’s omdat ze een specialisatie kozen waarbij meer technische prestaties geleverd worden. Vindt u die situatie nog langer houdbaar?

Margot Cloet: “Ik denk dat we daar kritisch naar moeten durven kijken en aanpassingen doorvoeren. Niet alleen om de gezondheidszorg betaalbaar te houden maar ook om kwaliteitsvolle zorg voor de patiënt te garanderen. Anders zullen bepaalde zaken altijd maar duurder worden. Je zal ook minder mensen aantrekken naar bepaalde specialisaties zoals geriatrie of psychiatrie. Ik vind het heel belangrijk dat die worden opgewaardeerd. Er moet een draagvlak komen voor een betere vergoeding van bepaalde specialisten.

Ook het onderwijssysteem kan een rol spelen in de opwaardering van bepaalde specialisaties. Een mogelijkheid zou zijn om voor sommige specialisaties een minimumvereiste van aantal afgestudeerden op te leggen en voor andere specialisaties een maximumaantal. Momenteel zijn daarover geen duidelijke, dwingende afspraken.”

VPP: Minister Jo Vandeurzen is bezig met de zorgstrategische planning. Wat houdt dit in? Krijgen kwaliteit van zorg en patiëntenparticipatie daarin een plaats?

Margot Cloet: “De zorgstrategische planning wil het aanbod van een groep ziekenhuizen beter laten aansluiten op de behoeften van de bevolking in een welbepaald zorggebied. Terwijl vroeger elk ziekenhuis een zorgstrategisch plan opstelde op basis van zijn eigen sterkten, moet de nieuwe zorgstrategische planning de zorgbehoeften van een hele regio in kaart brengen. De Vlaamse overheid zal de zorgstrategische planning o.a. gebruiken voor de beoordeling van subsidieaanvragen voor bouwwerken van ziekenhuizen.

Ik vind dat we patiëntenverenigingen goed moeten betrekken bij de zorgstrategische planning. Op basis van populatiegegevens kan je een zorgaanbod ontwikkelen, maar beantwoordt dat aan de noden van patiënten? Wat als er rond bepaalde specialisaties over enkele jaren geen aanbod meer is in een bepaalde regio? We moeten actief peilen naar de visie en ervaringen van patiënten hierrond.”

Bezorgdheden van patiënten over de ziekenhuishervorming

VPP: Patiënten hebben schrik dat de factuur voor het patiëntenvervoer binnen netwerken bij hen terecht zal komen. Hebben jullie hiervoor een structurele oplossing?

Margot: “We delen die zorg met de patiënten en we vragen aan de overheid om dat te vergoeden. Dat mag niet worden doorgerekend aan de patiënt. We bekijken momenteel met de ziekenhuizen hoe we een goede planningstool kunnen ontwikkelen om het patiëntenvervoer op een optimale manier te organiseren.”

VPP: Patiënten zijn ook bezorgd dat de vorming van netwerken zal leiden tot een prijsverhoging. Zal Zorgnet-Icuro erop toezien dat de prijzen niet systematisch worden verhoogd naar het duurste ziekenhuis in het netwerk?

Margot Cloet: “We moeten hier op toezien, maar uit analyses van de ziekenhuizen blijkt dat ziekenhuizen veel inspanningen moeten doen om financieel gezond te blijven. De huidige ziekenhuisfinanciering biedt niet de nodige middelen om goede zorg aan te bieden. We willen er mee over waken dat er geen prijsverhogingen komen, maar dan moet de overheid wel de nodige garanties bieden op het vlak van de financiering.”

VPP: Kamersupplementen verschillen erg van ziekenhuis tot ziekenhuis. Vindt u dat er hierrond richtlijnen moeten komen?

Margot Cloet: “Ook dat hangt weer samen met de ziekenhuisfinanciering. Sommige ziekenhuizen ontvangen geld om hun infrastructuur aan te passen, andere ziekenhuizen dan weer niet. Als je zorgt voor een rechtvaardige financiering kan je daar afspraken over maken.”

Toekomstplannen

VPP: Welke hervormingen moeten er in de toekomst volgens u zeker nog gerealiseerd worden?

Margot Cloet: “De ziekenhuisfinanciering hervormen, is volgens mij heel belangrijk omdat ik denk dat de patiënt daar ook baat bij heeft. Ik vind ook dat er blijvend moet geïnvesteerd worden in de gezondheidszorg. De hervormingen om meer te werken op basis van de zorgbehoeften van de bevolking zullen pas werken als we blijven investeren.

Ik hoop dat zorg ook hoog op de agenda zal staan bij de volgende regering en dat de overheid in dialoog zal blijven gaan met de zorgsector en met patiëntenverenigingen. Zo kunnen we bekijken wat er nodig is en kunnen we samen stappen vooruit zetten. Ook voor de ontwikkeling van innovatieve technieken, zoals telegeneeskunde, moeten meer financiële middelen worden voorzien.” 

VPP: In Limburg loopt er een mooie samenwerking tussen patiëntenverenigingen en ziekenhuizen. ZOPP[5]bouwde het project rond zelfhulpvriendelijk ziekenhuis uit. De Limburgse patiëntenverenigingen worden ondersteund en begeleid in de participatie met de ziekenhuizen. Heel wat ziekenhuizen in de rest van Vlaanderen tonen interesse. Wensen jullie dit voor heel Vlaanderen?

Margot Cloet: “Wat jullie in Limburg hebben opgezet is een heel mooi project! Het is belangrijk dat dit project goed geëvalueerd wordt om dit verder te kunnen uitbreiden. Deze participatie is enorm waardevol voor de patiënt en de ziekenhuizen. Op het vlak van kwaliteit van de zorg kan de samenwerking tussen patiëntenverenigingen en ziekenhuizen heel veel meerwaarde bieden. We willen er graag samen met jullie bij de overheid voor ijveren dat het project in de rest van Vlaanderen wordt uitgerold. ”

VPP: Bedankt voor dit gesprek!

  • [1] De patiënt krijgt een behandeling in het ziekenhuis maar wordt er niet opgenomen.
  • [2] In de eerste lijn werken o.a. huisartsen, tandartsen, kinesitherapeuten, maar ook welzijnswerkers.
  • [3] Bepaalde ingrepen, zoals bv. het plaatsen van een heupprothese, verloopt bij de meeste patiënten op dezelfde manier. Dit is de laagvariabele zorg. De overheid besliste daarom dat elk ziekenhuis voor zulke ingrepen op een zelfde manier moet worden gefinancierd. Die hervorming ging van start op 1 januari 2019.
  • [4] De Vlaamse Patiënten Peiling is ontwikkeld door het Vlaams Patiëntenplatform. Het is een vragenlijst om patiënttevredenheid en patiëntenervaringen te meten. Bijna alle Vlaamse ziekenhuizen gebruiken die inmiddels. 
  • [5] ZOPP betekent zelfhulpondersteuning en patiëntenparticipatie. Het is een samenwerking tussen het Vlaams Patiëntenplatform en Trefpunt Zelfhulp. Momenteel is er enkel een ZOPP actief in Limburg, maar in de toekomst hopen we ook in andere Vlaamse provincies regionale antennes op te richten.

Dit interview verscheen op de website van het Vlaams Patientenplatform

Foto: Seppe Kuppens