27/02/2015

Tips and tricks voor berichtgeving over ouderen

Dankzij de hogere welvaart en de enorme vlucht in de geneeskunde worden we steeds ouder. Onverdeeld gelukkig zijn we daar niet mee. We blijven het moeilijk hebben met ouder worden, afscheid nemen en sterven. Ouderen en de zorg die we voor hen dragen vormen een complexe puzzel. Op vandaag zijn er vele vormen van zorg, in een oneindig aantal variaties. Thuis zolang het kan, het woonzorgcentrum wanneer het niet meer lukt. Niemand verlaat echter graag het huis waarin hij vaak vele jaren heeft gewoond met de mensen die hij liefhad.

Op zo’n moment staan in de (meeste) woonzorgcentra heel wat mensen klaar om te trachten een zo warm mogelijke leefomgeving aan te bieden. Met de beperkte middelen en de beperkte handen die ze hebben. Niet alleen een menselijke zorgverlening, maar ook het bieden van een zinvolle invulling van de dag beschouwen ze als hun kernopdracht. Intergenerationele projecten met jongeren, samen de krant lezen met vrijwilligers, zingen in contactkoren met personen met dementie en hun familiebegeleider, alternatieve vormen van maaltijdzorg (fingerfoods, “op restaurant in het woonzorgcentrum”) … Wonen in het woonzorgcentrum is niet hetzelfde als thuis, maar kan een waardevol alternatief vormen en vereenzaming tegengaan.

Deze realiteit staat in contrast met het beeld van verzadigde luiers, te hoge facturen, te weinig personeel of de fixatie van bewoners dat we vaak zien opduiken. Dergelijke wanpraktijken zijn onaanvaardbaar en verdienen het om door journalisten aan de kaak gesteld te worden. Toch kleuren ze het beeld dat wordt opgehangen van een hele sector. Hard werkend zorgpersoneel voelt zich niet gewaardeerd en ouderen zijn bang om te moeten verhuizen.


Nood aan duiding

De sector wil zichzelf alvast een kritische spiegel voorhouden via het kwaliteitssysteem van Zorgnet Vlaanderen, waarmee ze hun werking kunnen meten en verbeteren. Het zou goed zijn deze inspanningen kenbaar te maken. Daarnaast is het ook aan de zorgvoorzieningen zélf om nog proactiever naar de pers toe te stappen. We hopen vooral dat journalisten en voorzieningen elkaar in de toekomst nog beter kunnen vinden en het gesprek aangaan. Over wat goed draait en over wat beter kan. Met de nodige duiding, nuancering en gekoppeld aan de inspanningen die voorzieningen op vandaag al leveren. En met de nodige kritische kanttekeningen en reflectie over de keuzes die we als samenleving willen maken. Zorgnet Vlaanderen wil alvast optreden als verbindingsfiguur.

Een paar tips and tricks

o   Dé oudere bestaat niet: er bestaan verschillende leeftijdsgrenzen; er is de vergrijzing binnen de vergrijzing; de ene mens voelt zich oud op 60, sommige 90-plussers voelen zich nog in de fleur van hun leven. Net als in andere leeftijdsgroepen zien we een grote diversiteit in de interesses van ouderen.  Ook woonzorgcentra trachten hiermee rekening te houden in hun aanbod van activiteiten (in groep of individueel). Stereotypen zijn dus uit den boze: niet álle ouderen houden van schlagers, bingo spelen of carnaval. Dergelijke clichés doen afbreuk aan de realiteit, beïnvloeden de manier waarop we als samenleving naar ouderen kijken en kunnen zorgen voor pijnlijke situaties. Denk aan een betuttelende houding (bv. verkleinwoordjes) zodra men in contact komt met een oudere, hoewel die zich fysiek en psychisch volkomen prima voelt.

o   Een artikel kan inhoudelijk sterk bijdragen aan een correcte beeldvorming van ouderen, maar een slecht geplaatste illustratie kan hieraan meteen afbreuk doen. Het is een kunst de oudere niet overdreven positief (als een superheld op leeftijd), negatief (als een wegkwijnend persona in een woonzorgcentrum) of karikaturaal (steevast in carnavaloutfit) voor te stellen.

o   Wantoestanden in de uitbating van en de zorg in woonzorgcentra zijn onaanvaardbaar en moeten aan de kaak worden gesteld. Als het een uitzonderlijke situatie betreft is het belangrijk ze ook zo te duiden en eventueel te flankeren door een illustratie van hoe het wél kan. Wanneer een algemeen probleem wordt aangekaart, zijn heel wat directies bereid toe te lichten waarom een probleem bestaat en wat ze eraan doen om het op te lossen.