05/07/2018
Zorgbeleid Kwaliteit

Meer kwaliteit van zorg door bevraging van patiënten.

In zijn nieuwste studie onderzoekt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) wat de meerwaarde is van de resultaten van vragenlijsten die patiënten invullen na een ziekenhuisopname. Het KCE ging na hoe nuttig ze zijn voor individuele zorgverleners, voor ziekenhuizen en voor het beleid. Het gaat om de zogenaamde PROMs (Patient Reported Outcome Measures) en de PREM’s (Patient Reported Experience Measures). De PROMs peilen naar hoe de patiënt zijn eigen gezondheid beoordeelt, de PREMs vragen naar de ervaringen van de patiënten met het zorgproces.

Het is wetenschappelijk aangetoond dat de vragenlijsten de communicatie tussen zorgverlener en patiënt verbeteren, omdat ze kwesties ter sprake brengen die anders niet aan bod komen. Op die manier komt de zorgverlener te weten wat belangrijk is voor de patiënt en is er meer afstemming over de keuze van de behandeling. Dat doet de tevredenheid van patiënten toenemen. In die zin vormen de PROMs & PREMs een aanvulling op het gebruik van de klassieke klinische proces- en uitkomstindicatoren. Het is belangrijk dat in de toekomst de resultaten van de bevragingen deel gaan uitmaken van het elektronisch patiëntendossier.  

Het KCE concludeert dat de impact van de bevragingen op het niveau van het ziekenhuis, en ruimer op dat van het gezondheidszorgbeleid, veel minder duidelijk is. Er is nog weinig wetenschappelijk onderzoek hierover. Op vandaag zijn een aantal Belgische ziekenhuizen aan de slag met PROMs en PREMs om de kwaliteit van hun zorg te verbeteren.  Er worden echter veel verschillende vragenlijsten gebruikt, waardoor vergelijking moeilijk is. De Vlaamse Patiëntenpeiling is in de Vlaamse voorzieningen intussen wel goed ingeburgerd. De burger kan die resultaten raadplegen op www.zorgkwaliteit.be.

Zorgnet-Icuro is de idee van een stapsgewijze en goed gecoördineerde verdere implementatie van PREMs en PROMs genegen, maar wel zonder extra registratielast bovenop de VIP²-indicatoren. Het al vermelde EPD is hierbij opnieuw cruciaal. Als koepelorganisatie scharen we ons achter de aanbeveling van het KCE dat er voldoende personele en financiële middelen dienen te worden voorzien voor het uitvoeren en opvolgen van PROMs en PREMs. Een regelmatige evaluatie en optimalisatie van de methodiek is ook nodig om de kwaliteit en de bruikbaarheid van gegevens te optimaliseren en te borgen. Dat zal ook nodig zijn om het recent ontwikkelde pay-for-performance (P4P) systeem verder uit te breiden. Momenteel kunnen 15 van de in totaal 80 te verwerven punten in het kader van P4P bekomen worden op basis van ‘patiëntenervaringen’. Mocht de overheid verder willen gaan in het gebruik van PROMs en PREMs voor financiering en publieke rapportering, dan zal er een afstemming nodig zijn over de methodieken die in de verschillende regio’s worden gebruikt. Tevens zullen bij analyse van de gegevens case-mix en risico-aanpassingen moeten worden doorgevoerd, zodat een correcte vergelijking van resultaten mogelijk is.

Er is nog een hele weg af te leggen vooraleer PROMs en PREMs echt als beleidstool kunnen worden gebruikt. Zorgprofessionals moeten de tijd krijgen om enkele jaren te wennen aan en te leren uit de resultaten voordat die worden gedeeld met andere partijen of publiek gemaakt worden. Patiënten  van hun kant zullen ondersteuning nodig hebben voor het gebruik en interpreteren van dergelijke resultaten. Hier zien we een belangrijke rol toebedeeld aan ziekenfondsen en patiëntenorganisaties. Een  patiëntgerichte zorgcultuur, een ondersteunend management, een  structureel engagement vanuit de politiek en voldoende middelen zijn kritische succesfactoren.

De volledige KCE-studie, evenals een samenvatting, kan je hier lezen en downloaden.