15/01/2020
Personeel en Organisatie

Dreigende standstill in het sociaal overleg zorgsector

In de nacht van 13 op 14 januari sprongen de onderhandelingen tussen de sociale partners in de federale gezondheidssectoren af. Hiermee dreigt het sociaal akkoord dat werkgeversorganisaties, vakbonden en de overheid in 2017 sloten dode letter te blijven. De werkgeversorganisaties maken zich ernstig zorgen over de steeds verdergaande eisen van de vakbonden. De standstill in het sociaal overleg hypothekeert de broodnodige evolutie naar een moderne arbeidsorganisatie. Werkgevers vragen dat de redelijkheid terugkeert in het belang van een goede dienstverlening aan de patiënt.  

In oktober 2017 sloten de sociale partners en de federale overheid een nieuw sociaal akkoord voor de gezondheidssectoren die vallen onder de federale bevoegdheid. Alle partijen beoordeelden dit akkoord als een evenwichtig compromis tussen werkgevers en vakbonden. De uitvoering van dit akkoord, meer bepaald de omzetting naar CAO’s voor specifieke thema’s, verloopt echter bijzonder moeizaam. In oktober 2019 schortten de vakbonden het overleg al eens op en voerden actie in de ziekenhuizen. Nu liep het opnieuw fout.

Een belangrijke eis van de vakbonden gaat over de jaarlijkse vakantie, met name de garantie dat zorgpersoneel twee weken en drie weekends aaneengesloten vakantie kan nemen. Over de CAO jaarlijkse vakantie werd vorig jaar een principieel akkoord bereikt. Ook aan een andere vakbondseis, met name extra dagen opleiding voor de medewerkers en een verdubbeling van het aantal dagen syndicaal verlof, kwamen de werkgevers tegemoet. 

Zorgvoorzieningen van hun kant vragen een aantal aanpassingen aan de verouderde arbeidswetgeving. Die moet meer soepelheid toelaten om te kunnen inspelen op gewijzigde zorgnoden. Voor die flexibiliteit zijn trouwens de werknemers zelf ook vaak vragende partij, zodat zij bv. makkelijker onderling met een collega van shift kunnen wisselen. De modernisering van een aantal van die regels is nodig om de omslag te kunnen maken naar een hedendaagse arbeidsorganisatie, waar  systemen zoals  zelfroosteren een plaats kunnen hebben. De personeelsschaarste dwingt zorgorganisaties immers om nieuwe manieren te vinden om de continuïteit van zorg georganiseerd te krijgen. Ondanks het feit dat er hierover een afspraak was in het sociaal akkoord, weigeren de vakbonden nu om deze versoepeling op een redelijke wijze uit te voeren door steeds opnieuw bijkomende voorwaarden op tafel te leggen.

De werkgevers zijn ontgoocheld in het gebrek aan compromisbereidheid van de vakbonden. Op die manier wordt de geest van het akkoord van 2017 onderuit gehaald en de toekomst van het sociaal overleg op het spel gezet. Een constructief sociaal overleg komt alle partijen ten goede: werknemers en werkgevers, én in de eerste plaats de patiënt. De werkgevers hopen dan ook dat de gesprekken zullen worden hernomen zodat er met de vakbonden een gedragen akkoord kan worden bereikt.