zorgpersoneel
19/06/2020
Zorgbeleid Geestelijke gezondheidszorg

Centra Geestelijke Gezondheidszorg switchen tijdens de coronacrisis massaal naar begeleiding op afstand

In Vlaanderen bieden 20 Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg gespecialiseerde ambulante hulpverlening voor mensen met matige tot ernstige psychische problemen. Uit een bevraging van Zorgnet-Icuro blijkt dat de CGG na de lockdown massaal en snel overschakelden naar begeleidingen op afstand via beeldbellen of telefoongesprekken. De crisis leert dat in veel gevallen online gesprekken een volwaardig alternatief zijn voor face-to-face-contacten en bepaalde cliënten opportuniteiten bood voor intensievere ondersteuning.

De richtlijnen van het Agentschap Zorg en Gezondheid voor de CGG bij de lockdown bepaalden dat face-to-face-gesprekken enkel nog mogelijk waren voor crisishulp. Daarom contacteerden de CGG hun cliënten proactief om hen te melden dat hun behandeling kon worden voortgezet onder een andere vorm. Beeldbellen werd de norm en deontologisch gekaderd in een informed consent. Voor de hulpvragers zonder toegang tot beeldbellen organiseerden de CGG telefonische contacten. Op die manier probeerden de centra hun ambulante dienstverlening aan kwetsbare doelgroepen te garanderen. De contacten waren doorgaans korter, frequenter en vooral gericht op het reduceren van stress en het ervoor zorgen dat bepaalde situaties niet gingen escaleren.

Verschillende doelgroepen

Het onderzoek vergelijkt het totaal aantal cliëntencontacten (beeldbellen, telefoongesprekken en face-to-face-gesprekken, met uitzondering van korte contacten) van de CGG in de periode tussen 16 maart en 31 mei 2020 met dezelfde periode in 2019. De voornaamste resultaten op een rij:

  • Door de interne reorganisatie was er de eerste week na de lockdown een dieptepunt in contacten. Daarna was er een snelle online doorstart. Uiteindelijk was er op het geheel van de periode tussen midden maart en eind mei een daling van 6,6% in het aantal cliëntencontacten in vergelijking met 2019.
  • Er zijn aanzienlijke verschillen per soort van zorgverlening: volwassenenzorg (-6,4%), ouderenzorg (+3,3%), forensische zorg (-13,7%), kinderen en jongeren (-14,2%) en verslavingszorg (+20,9%).
  • Opvallend is de stijging bij verslavingszorg. Boodschappen zoals “ik bel u dan op” gaven die cliënten structuur en respons. Bij beeldbellen ligt de no-show lager: bepaalde cliënten die anders minder stipt opdagen, waren nu meestal aanwezig. Verder spraken cliënten met hoge schaamtegevoelens meer vrijuit doordat er tijdens een telefonisch gesprek of bij beeldbellen minder oogcontact is.
  • Helaas vielen meer kansarmen uit de boot bij gebrek aan beschikbare hardware. Ook het bereiken van kinderen en jongeren verliep minder vlot. Voor jonge kinderen biedt beeldbellen geen alternatief voor spel- of gezinstherapie. Jongeren vinden het dan weer oncomfortabel om vanuit de thuissituatie te praten. De laatste kwalitatieve en kwantitatieve analyse van het Kinderrechtencommissariaat bevestigt dat het thuis soms moeilijk loopt.

Andere hulpverleningsprogramma’s

Naast behandelingen bieden de CGG ook een preventieve dienstverlening, die in normale tijden vooral bestaat uit een vormingsaanbod. Dat viel tijdens de crisis volledig weg. De preventiemedewerkers werden ingezet bij de ondersteuning van personeel en bewoners in de ouderenzorg, het beantwoorden van vragen naar psychologische ondersteuning bij het personeel en de patiënten in de schakelzorgcentra, het inbrengen van bepaalde expertise (verslavingszorg) bij de sociale diensten van de lokale besturen …

De CGG werkten ook een aantal gezamenlijke initiatieven met de eerstelijnsgezondheidszorg uit zoals een centraal meldpunt om psychologische vragen gericht door te verwijzen. Verder ontwikkelden ze kortdurende hulpverleningsprogramma’s uit voor corona-gerelateerde psychologische vragen vanuit de telefoonlijnen AWEL, Tele-Onthaal, De Drugslijn en de 1813-lijn.

Contacten met wachtende cliënten

Door de daling van het aantal reguliere aanmeldingen aan het begin van de lockdown kregen therapeuten ruimte om mensen op de wachtlijst actief te contacteren. Die cliënten kregen voornamelijk een kort aanbod (1 tot 5 contacten), hetzelfde gold voor nieuwe aanmeldingen via Tele-Onthaal en het online platform Wellweb. Exacte cijfers hierover zijn er nog niet, maar waarschijnlijk is het effect op de lange wachtlijsten beperkt. Mensen op de wachtlijst actief contacteren was nieuw, maar een bewuste keuze. Het gaf een duidelijk beeld op wie reëel wachtend is (sommige cliënten vinden tijdens hun wachttijd andere oplossingen). De appreciatie vanuit de cliënt voor de proactieve werkwijze is zeer groot.

Lessen uit de crisis

De belangrijkste les die de CGG meenemen uit de crisis is dat online methodieken in een psychologische behandeling zeker een meerwaarde kunnen bieden, en dat cliënten daarvoor vaak ook open staan. Meestal waren de contacten korter, maar frequenter, wat hulpverleners de mogelijkheid geeft sneller op de bal spelen. De zuivere online behandeling is goed op korte termijn, maar op langere termijn ziet men de effecten dalen. De zorgvorm kan een alternatief bieden voor een aantal cliënten, en daardoor kunnen de contactmogelijkheden per cliënt worden uitgebreid. In de toekomst kan een meer blended hulpverlening worden uitgewerkt. Daarvoor vragen de CGG aan de overheid om een duurzaam financieel en regelgevend kader uit te werken. Face-to-face-contacten blijven hoe dan ook noodzakelijk.