15/04/2019
Woonzorg

Psychofarmacabeleid in woonzorgcentra

3 april 2019

SAMEN OP WEG NAAR MINDER

PSYCHOFARMACABELEID IN WOONZORGCENTRA

Bewoners in woonzorgcentra nemen vaak veel psychofarmaca. Langdurig gebruik bij ouderen gaat echter gepaard met verminderde levenskwaliteit en heel wat nevenwerkingen. Het project Psychofarmaca in woonzorgcentra: samen op weg naar minder, een samenwerking tussen het Vlaams Apothekersnetwerk, VAD en Zorgnet-Icuro, wil hieraan iets doen. De woonzorgcentra kunnen voor de implementatie een beroep doen op een procesbegeleider voor de uitwerking van een concreet stappenplan.

Ongeveer acht op tien (79%) bewoners in woonzorgcentra gebruikt langdurig psychofarmaca. De helft neemt slaap- en kalmeringsmiddelen (54%), iets minder dan de helft neemt antidepressiva (40%) en één op drie gebruikt antipsychotica (33%).1 In heel wat gevallen staat dat gebruik niet in verhouding tot de prevalentie van de belangrijkste aandoeningen bij ouderen (ernstige depressie, slapeloosheid, psychoses …) waarvoor die geneesmiddelen worden voorgeschreven. Dat gebruik kan leiden tot diverse bijwerkingen en ongewenste effecten bij ouderen, zoals een verhoogd valrisico, overdreven sedatie, cardiovasculaire aandoeningen, gastro-intestinale problemen, een verhoogd mortaliteitsrisico en een lagere levenskwaliteit. 

"Door onze multidisciplinaire aanpak konden we voorkomen dat er bij een bewoner met depressieve klachten een extra psychofarmacon werd opgestart. We hebben de psychologische ondersteuning opgedreven en de arts gevraagd even te wachten met het psychofarmacon. De bewoner klaarde na de intensievere begeleiding op en had geen extra psychofarmacon meer nodig." – Celien Scheire, Psycholoog, WZC De Vijvers.

In 2013 startte wzc Leiehome in Drongen daarrond een kwaliteitsproject. Ze konden er het psychofarmacagebruik met ongeveer 30% verminderen. Dat werkte inspirerend. Hun aanpak werd in 2018 vertaald in een draaiboek voor implementatie op Vlaams niveau. Woonzorgcentra kunnen met het draaiboek zelfstandig aan de slag om het gebruik van psychofarmaca aan te pakken. De procesbegeleiding kadert in het Vlaams ondersteuningsprogramma voor de ontwikkeling van het preventiebeleid in woonzorgcentra rond vier gezondheidsthema’s: preventie van ondervoeding, goede mondgezondheid, gepast gebruik van psychofarmaca en voorkomen van valincidenten. De procesbegeleiders werken samen met een intern team een stappenplan uit om het preventiebeleid in het woonzorgcentrum rond een bepaald thema vorm te geven. Hij of zij werkt als een neutrale begeleider en levert expertise over het thema. 

PSYCHOFARMACA IN WOONZORGCENTRA: SAMEN OP WEG NAAR MINDER

Aan de hand van verschillende stappen, richtlijnen en materialen werkt het woonzorgcentrum met alle medewerkers, artsen en de raadgevende apotheker aan een effectief en efficiënt psychofarmacabeleid. Zo’n beleid is een samenhangend geheel van afspraken over hoe het woonzorgcentrum omgaat met psychofarmaca. Het is niet de bedoeling om psychofarmaca volledig uit het woonzorgcentrum te bannen, wel om correct en verantwoord (oordeelkundig) gebruik aan te moedigen. Ook het aanbieden van niet-farmacologische alternatieven maakt daarvan deel uit. Zo kan men inzetten op betekenisvolle activiteiten, psychologische begeleiding of bijvoorbeeld kwaliteitsvolle maaltijd­begeleiding. Het hoeft ook niet altijd over grote initiatieven te gaan. De betekenis voor de bewoner zit immers vaak in ‘kleine dingen’. In wzc Leiehome in Drongen bijvoorbeeld speelt een bewoner opnieuw piano, omdat er – in samenspraak met het afdelingsteam, de technische dienst, de bewoner en haar familie – terug een instrument op haar kamer staat.

MULTIDISCIPLINAIR SAMENWERKEN

Het project wordt niet top-down opgelegd, het motiveren van medewerkers is de sleutel tot succes. De psychofarmacacoördinator coördineert het project en wordt ondersteund door het psychofarmacateam, waarin ook de Coördinerend en Raadgevend Arts (CRA) en de raadgevende apotheker een belangrijke rol spelen. Belangrijk is dat woonzorgcentra beschikken over cijfergegevens over het gebruik van psychofarmaca door hun bewoners. Die kunnen worden verzameld aan de hand van een monitoringtool die speciaal werd ontwikkeld ter ondersteuning van de toe­leverende apotheker en psychofarmaca­coördinator. In die monitoringtool worden drie verschillende categorieën geëvalueerd: geneesmiddelengebruik, interdisciplinair overleg en klinische uitkomstmaten.

De categorie geneesmiddelengebruik geeft meer inzicht in het gebruik van psychofarmaca in het woonzorgcentrum. Ze zijn een goede stimulans voor alle werknemers zoals paramedisch-, zorgpersoneel, onderhoudsmedewerkers en bezoekende huisartsen om aan de slag te gaan. De apotheker hoeft niet zelf de geneesmiddelen- en psychofarmaca-aantallen te berekenen. Het Farmaflux-platform levert die informatie aan. Die manier van werken kwam tot stand door een samenwerking met APB en VAN. 

Het interdisciplinair overleg bestaat uit het Medisch Farmaceutisch overleg (MFO) en het Interdisciplinair Patiënt Overleg (IPO). Het aantal MFO’s en IPO’s wordt door de psychofarmacacoördinator bijgehouden in de monitoringtool. De resultaten van de algemene geneesmiddelen- en psychofarmaca-analyse kunnen een onderwerp zijn voor een MFO in het woonzorgcentrum. Tijdens een dergelijk MFO presenteert de toeleverende apotheker de cijfers, samen met een interpretatie. Hij/zij geeft adviezen over de afbouw van specifieke groepen geneesmiddelen of moleculen als ze opvallen in de cijfers. Zo krijgt de apotheker de kans zijn geneesmiddelenkennis te delen, afbouwschema’s te voorzien, overschakelschema’s voor te stellen …

In het project worden de cijfers van alle bewoners met een hoog psychofarmacagebruik bekeken. Aan de hand van een IPO wordt het medicatiegebruik van specifieke bewoners bediscussieerd, rekening houdend met problemen, vragen en doelen van de bewoner en/of het kernteam. Het kernteam bestaat minstens uit de behandelende arts, een (hoofd)verpleegkundige en de apotheker. Die wisselwerking geeft de apotheker de kans om voorstellen te doen over het afbouwschema of samen met de arts en de hoofdverpleegkundige te bekijken of het psychofarmaca gebruik nog geïndiceerd is. Het kan dat een woonzorgcentrum nog nooit een MFO of IPO heeft georganiseerd. De multidisciplinaire aanpak wordt extra in de verf gezet. 

Via klinische uitkomstmaten krijgt het woonzorgcentrum zicht op aan aantal gezondheidsparameters: valincidenten, hospitalisaties, cognitie en algemeen functioneren. Dat wordt volledig geëvalueerd door de psychofarmacacoördinator in het elektronisch zorgdossier. Het is een goede indicator om het effect van de toegepaste strategieën te evalueren. Het is weinig waarschijnlijk op korte termijn sterke effecten te zien. Ook die gegevens kunnen worden meegenomen bij een interdisciplinair patiëntenoverleg. 

HET BELANG VAN EEN GOEDE REGISTRATIE

Tijdens een IPO wordt het psychofarmacagebruik van een bewoner beoordeeld: is het gebruik van één of meerder psychofarmaca nog oordeelkundig? Daarvoor is een goede registratie in het zorgdossier heel belangrijk. Neem als voorbeeld de opstart van een antipsychoticum bij een bewoner met dementie die moeilijk hanteerbaar gedrag stelt (BPSD). Dementie leidt vaak tot gedragswijzigingen die als moeilijk hanteerbaar gedrag gezien of ervaren worden zoals dolen, roepen, agressie, agitatie ... Bijna elke persoon met dementie wordt daarmee ooit geconfronteerd. Soms komen die gedragingen echter voort uit te veel prikkels of pijn en dan kan de oudere zich soms enkel uitdrukken met moeilijk hanteerbaar gedrag zoals roepen. Een goede registratie in het zorgdossier is belangrijk om die situatie te kunnen beoordelen. Als daarover enkel vanuit het gevoel van medewerkers geregistreerd zal worden, zullen registraties als ‘het was weer een lastige dag vandaag’ vaak voorkomen. Die registraties dragen echter niet bij tot het ontwikkelen van een concrete aanpak voor het gedrag of ter evaluatie van de werking van het antipsychoticum. Wat wel helpt is objectief rapporteren over het gedrag, zoals ‘bewoner klopte herhaaldelijk op de tafel in de leefgroep waardoor de medebewoners onrustig werden’ of ‘de verzorging leek pijnlijk voor de bewoner, waardoor hij agressief reageerde naar mij toe’.

PROCESBEGELEIDING

Sinds de start van het project schreven meer dan 200 voorzieningen zich in voor een procesbegeleider. Een groot deel van de geïnteresseerde woonzorgcentra koos voor het implementeren van een psychofarmacabeleid. Daaraan zijn een aantal basisvoorwaarden verbonden, bijvoorbeeld dat de toeleverende apotheek en de CRA bereid zijn om mee te werken en deel uit te maken van het psychofarmacateam. Daarnaast is het vooral belangrijk dat alle medewerkers worden geïnformeerd en gemotiveerd zijn voor het project. Inschrijven voor het voorjaar 2019 is niet meer mogelijk, inschrijvingen voor het najaar 2019 komen op een wachtlijst. Inschrijvingen voor opstart in het voorjaar 2020 zijn nog mogelijk voor alle thema's.Het project van de procesbegeleiders in woonzorgcentra is een samenwerking tussen het Agentschap Zorg en Gezondheid, het Vlaams Instituut Gezond Leven, de Vlaamse Logo’s, Zorgnet-Icuro, VVSG, VLOZO en diverse partnerorganisaties voor preventie.

Meer info: https://www.gezondleven.be/projecten/procesbegeleiding-voor-preventie-in-woonzorgcentra

1 › Azermai, M., Elseviers, M., Petrovic, M., Van Bortel, L & Vander Stichele, R. Geriatric drug utilisation of psychotropics in Belgian nursing homes. Hum Psychopharmacol. 2011 Jan;26(1):12-20

 

TEKST: KAATJE POPELIER

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.