Complexe noden vragen om gecoördineerde samenwerking

17 april 2018

CGG VLAAMS-BRABANT OOST ENGAGEERT ZICH IN SAMENWERKINGSVERBAND RTJ

COMPLEXE NODEN VRAGEN OM GECOÖRDINEERDE SAMENWERKING

Met 15 regionale samenwerkingsverbanden uit welzijn en onderwijs wil de Vlaamse overheid het aanbod Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp (RTJ) verbeteren en uitbreiden. Het CGG Vlaams-Brabant Oost (VBO) leidt één van die projecten in het Hageland en engageert zich samen met zijn partners om minimaal 200 extra gezinnen te begeleiden. Het project krijgt hiervoor maximaal 1 miljoen aan extra middelen. Anja Jacobs is beleidsmedewerker Kinderen en Jongeren van het CGG VBO. Zij licht het project nader toe.

“Vanuit het Intersectoraal Regionaal Overleg Jeugdhulp (IROJ) van Vlaams-Brabant en Brussel, dat als kernopdracht heeft om het jeugdhulplandschap in de eigen regio te monitoren, werd heel snel beslist om voor de regio Hageland een voorstel in te dienen. Uiteindelijk hebben de IROJ van Vlaams-Brabant en Brussel samen vier dossiers ingediend, waarvan er drie weerhouden werden: regio Asse-Meise-­Vilvoorde, Brussel en het Hageland”, vertelt Anja Jacobs.

“De RTJ maakt deel uit van de hervormde Integrale Jeugdhulp. Een aantal diensten is rechtstreeks toegankelijk, wat wil zeggen dat iedereen er vrij een beroep op kan doen, in tegenstelling tot de meer gespecialiseerde zorg, waarvoor je eerst langs de intersectorale toegangspoort moet passeren. In theorie zou de RTJ dus een laagdrempelige jeugdhulp moeten zijn. Door de wachtlijsten die overal zijn ontstaan, is dat echter niet het geval. Vermoedelijk slagen we er ook niet in om elk gezin op de juiste plaats te helpen met het meest geschikte aanbod. De brede instap, met name CLB, CAW en K&G doen hun best, maar soms kiezen mensen uit nood de snelst beschikbare hulp. Vandaag is er ook geen duidelijk zicht op welk gezin op welke wachtlijst binnen de RTJ staat. Voor de hulp achter de intersectorale toegangspoort - voornamelijk de hulp waaraan ook verblijf is gekoppeld en sommige gespecialiseerde vormen van contextbegeleiding - is dat overzicht er wel. We blijven dus met een dubbel knelpunt kampen: enerzijds een nijpend capaciteitstekort, dat nog nijpender is in regio’s waar het bestaande aanbod heel beperkt is, en anderzijds wellicht een aantal inefficiënties doordat elke organisatie te veel op zichzelf aan de slag gaan met gezinnen.”

UITBREIDINGSPROJECTEN

“Daarom komt de overheid met deze uitbreidingsprojecten RTJ. Per project verbinden de organisaties zich ertoe om 200 extra gezinnen te helpen. We moeten dat bovendien realiseren in een samenwerkingsverband. Tegelijk wil men de RTJ laagdrempeliger maken door intensieve samenwerking met de welzijnssector, het VAPH en de organisaties die dicht bij de leefomgeving van de gezinnen staan zoals CLB, K&G en organisaties op het gemeentelijk niveau.”

“Met het CGG VBO staan we vierkant achter die doelstellingen. In het CGG zijn we al sinds 2016 een interne herstructurering aan het doorvoeren, met als doel de aanmeldings- en indicatiestellingsfase te verbeteren. We zien namelijk een toenemende complexiteit in de hulpvragen en we voelen de nood aan een gecoördineerde samenwerking met andere organisaties om cliënten echt te helpen. Daarom proberen we van bij de aanmelding samen met mogelijke partners een cliëntoverleg te organiseren om samen naar oplossingen zoeken. Ondanks de wachtlijsten willen we zo goed en zo vroeg mogelijk afstemmen.”

“Die herstructurering is een grote stap vooruit. De aanpak gaat al enigszins uit van een wraparound care model. We brengen de deelhulpvragen van de cliënt zo goed mogelijk in kaart en nemen dat als uitgangspunt om er samen met verschillende actoren aan te werken. Die aanpak sluit mooi aan bij de doelstellingen van de uitbreidingsprojecten RTJ. Maar met de uitbreidingsprojecten kunnen we veel verder gaan! Daarom heeft het CGG VBO voor het dossier Hageland het initiatief genomen om aan tafel te zitten met de diverse partners. Het enthousiasme was trouwens groot. We hebben initieel een drietal keer goed vergaderd en iedereen voelde het potentieel. Uiteindelijk is CGG VBO als kernpartner aangeduid om het project te trekken. Wij zijn immers voor de andere organisaties de meest ‘neutrale partner’: wij komen met ons aanbod niet op het terrein van het CLB of de diverse organisaties die contextbegeleidingsdiensten aanbieden.”

AMBITIEUS

“De werkwijze die we samen met de partners in het Hageland hebben uitgedacht, is best wel ambitieus. Met de uitbreidingsmiddelen willen we het basisaanbod van diverse begeleidings- en behandelvormen versterken. Daarnaast gaan we een intersectoraal team organiseren waarin medewerkers uit verschillende organisaties en sectoren intensief zullen samenwerken. Hierbij kiezen we resoluut voor het wrap­around care model. Vertrouwen is cruciaal en zal groeien tijdens de overlegmomenten waarin we elkaar rond concrete

cases beter leren kennen. Op dit moment is dat vertrouwen al sterk gegroeid tussen de beleidsvertegenwoordigers vanuit de diverse organisaties die, aangevuld met expertise vanuit ervaringsdeskundigen, deze manier van werken aan het uit­tekenen zijn. In een volgende fase moet dat vertrouwen ook op het terrein groeien, zodat we met en rond de gezinnen beter op elkaar kunnen inspelen. Daarom hebben we in het intersectoraal team voor ervaren mensen gekozen, die hun knowhow en ervaring optimaal kunnen inzetten”.

“Als een cliënt zich aanmeldt, weet je nooit vooraf wat de vraag precies inhoudt. Met de intersectorale aanmelding willen we snel een exploratie kunnen doen van de vragen en noden, en samen met het gezin vanuit de diverse organisaties een gezamenlijk en gepast wraparound care plan samenstellen. Dat plan moet er zijn binnen de maand na de eerste vraag. We moeten dus snel gesprekken voeren met het gezin om samen tot een initieel begeleidingsplan te komen. Zo bieden we de mensen uitzicht op een oplossing. Vroeger kwamen ze na hun aanmelding veelal op een wachtlijst en vond een eerste gesprek vaak pas plaats wanneer het begeleidings- of behandelaanbod kon starten. Vandaag proberen we zo veel mogelijk mensen binnen de maand uitzicht te bieden met een begeleidingsplan. Dat maakt een immens verschil, want je geeft mensen perspectief. Daarbij willen we de regie zo veel mogelijk in handen van de gezinnen laten, die daarin zullen worden ondersteund door een wraparound begeleider.”

“Die aanpak is natuurlijk het meest van belang voor gezinnen met complexe hulpvragen. Het CAW, het CLB en de gemandateerde voorzieningen (die de hulpverlening regisseren bij maatschappelijke verontrusting) voelen zich dikwijls samen met hun cliënten in de kou staan bij complexe dossiers, doordat ze onvoldoende snel op het CGG en andere vormen van rechtstreeks toegankelijke hulp kunnen rekenen. Met het samenwerkingsverband in het Hageland nemen we dat engagement op, zodat CAW en CLB op hun beurt de ruimte krijgen om tijdig te interveniëren in de vele andere, minder complexe, dossiers. Uiteindelijk moeten we komen tot een situatie waarin het niet meer uitmaakt waar iemand zich aanmeldt om het gepaste aanbod te krijgen, en we vroeg genoeg kunnen interveniëren zodat de problemen niet escaleren.”

“We hebben ons gezamenlijk geëngageerd om 200 extra gezinnen te helpen. Dat is niet weinig, maar we zullen het haalbaar maken. We hebben er vertrouwen in dat de nieuwe aanpak heel wat nieuwe mogelijkheden schept. Ik vrees wel dat die 200 extra gezinnen per project niet zal volstaan om alle noden op te lossen. Maar het is een stap in de goede richting.”

 

TEKST: FILIP DECRUYNAERE 

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.