14/07/2017
Financiering Technologie en innovatie Geestelijke gezondheidszorg

Robots in de zorg: ondersteunend of plaatsvervangend?

4 juli 2017

ETHISCHE ASPECTEN VAN SOCIAAL ONDERSTEUNENDE ROBOTICA IN DE OUDERENZORG

ROBOTS IN DE ZORG: ONDERSTEUNEND OF PLAATSVERVANGEND?

Steeds meer woonzorgcentra en andere zorgorganisaties ontdekken de voordelen van een robot. Zal die inzet van robots de ouderenzorg ingrijpend veranderen? En willen we dat wel? Theoloog en filosoof Tijs Vandemeulebroucke buigt zich over die vragen in zijn doctoraatsonderzoek bij prof. Chris Gastmans aan de KU Leuven. “Je kunt niet blind zijn voor de voordelen van robots in de zorg”, zegt hij. “Maar er loeren ook reële gevaren om de hoek.”

Tijs Vandemeulebroucke werkt aan het Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht en doctoreert in de Biomedische Wetenschappen, meer bepaald over de ethiek van ‘sociaal ondersteunende robotica’. “Veel robots kunnen praten, intentionele bewegingen uitvoeren of met het hoofd knikken als iemand tegen hen praat. Mijn onderzoek richt zich op be­lichaamde robots, die via sociale interactie fysische ondersteuning bieden. Zora is het meest bekende voorbeeld bij ons. Zora kan bijvoorbeeld worden gebruikt in de fysiotherapie, waar de robot oefeningen voordoet en de deelnemers aanmoedigt om ze uit te voeren.”

Vandemeulebroucke heeft ondertussen het literatuuronderzoek verricht. Vier thema’s vielen hem daarbij op: de rollen van de robot; de interactie tussen de oudere persoon en de robot; het uiterlijke van de robot; en de ethische kwesties omtrent robots in de ouderenzorg.

“Opvallend is dat ouderen robots bepaalde rollen toedichten. Ze geven de robot een identiteit, zodat er een relatie kan ontstaan. Hoe concreter de ondersteuning van de robot, hoe sneller dat kan gaan. Een robot die koffie voor je haalt, kan gemakkelijk worden gezien als een butler, waardoor de relatie tussen robot en gebruiker snel een duidelijk beeld krijgt. Daarnaast kan de robot worden gebruikt om ouderen te monitoren. Ouderen vinden privacy en veiligheid belangrijk als het over robotica gaat, maar ze zien er wel de voordelen van. Bijvoorbeeld in de thuiszorg, waar een robot kan worden ingezet om een alarm te geven als er iets aan de hand is. Naast die functionele rollen zijn er de cognitieve en ook sociale rollen: de oudere kan worden ondersteund door de robot in geheugentraining en de oudere kan er zelfs vriendschap voor voelen.”

tijs vandemeulebroecke
FALEN IS GEEN OPTIE

“Het technische aspect is belangrijk voor een goede interactie. De robot mag niet falen. Ouderen beseffen dat ze niet de knowhow hebben om een eventueel mankement te herstellen. Dat geeft onzekerheid. Die kan je wegnemen met de garantie dat de technologie werkt. Dan krijgen mensen het gevoel dat ze de controle houden. Treedt er toch een storing op, bijvoorbeeld de spraakfunctie die wegvalt, dan verandert de identiteit van de robot en dus ook de relatie die de oudere persoon met de robot heeft.”

“Goede technologie is dus een basisvoorwaarde om tot enigszins menselijke interactie te kunnen komen. Die interactie kan wel degelijk het ‘ding-zijn’ van de robot overstijgen. Veel ouderen geven de robot een naam. Ze praten ertegen. Er is personificatie. Het is een strategie om de technologie een plaats te geven in het leven. Natuurlijk vinden sommige mensen het maar niks. Veel hangt af van de vormgeving. Al zijn ook hier de mening­en verdeeld.”

EEN MENSELIJK UITERLIJK

“Daarmee komen we aan het derde thema: het uiterlijk van de robot. Er zijn robots die zoveel mogelijk menselijke kenmerken krijgen, andere blijven juist heel machinaal en een derde groep zit daartussenin. Robots met menselijke kenmerken worden geacht om sociaal acceptabeler te zijn en gemakkelijker in gebruik. Ze doen nu eenmaal vertrouwder aan. Toch stellen sommigen hierover kritische vragen. In tegenstelling tot robots hebben mensen ook negatieve eigenschappen. Gaan we robots alleen positieve eigenschappen geven? Een andere kritiek is dat een machine met een menselijk uiterlijk bedrog is. Die groep kiest voor een functionele vormgeving. Een compromis kan bijvoorbeeld een computerscherm op wielen zijn, maar met menselijke handen. Hoe dan ook, menselijke kenmerken bevorderen wel degelijk de ‘vermenselijking’.”

“Belangrijk is voorts de mogelijkheid om de robot aan te passen aan de eigen wensen. Als robots op grote schaal worden geproduceerd, zal de mogelijkheid moeten blijven om elk exemplaar een eigen, persoonlijke toets te geven. Ook dat helpt om een relatie aan te gaan met de techniek.”

SOCIALE FUNCTIE

“Voor de ouderen zelf blijkt de sociale functie de meest belangrijke van een robot te zijn. Tegelijk hebben velen schrik dat dit kan leiden tot een ‘ontmenselijkte zorg’. Robots kunnen ertoe leiden dat mensen nog meer in een sociale isolatie terechtkomen. Ook de gedachte dat het bedrog is, blijft bij velen spelen.”

“Cruciaal is de motivatie waarom de robot wordt ingezet wordt. Gebeurt het louter uit economische overwegingen, dan lijkt me dat een verkeerde motivatie. Het gaat dan niet langer om zorg, maar om economische winst. Je zoekt iets plaatsvervangends voor de menselijke zorg. Zet je daarentegen een robot in om de menselijke zorg te versterken of te ondersteunen, dan kan dat wel en wordt het ook beter aanvaard. Denk aan Zora in de fysiotherapie: er blijft een kinesi­therapeut aanwezig, maar dankzij Zora kan die meer individuele begeleiding bieden. Zora wordt hier ondersteunend ingezet en versterkt zo de zorg.”

“De motivatie en de duidelijke communicatie hierover zorgt ervoor dat een robot beter aanvaard wordt. Niet alleen door de ouderen, ook door de zorgmedewerkers. Denk je er als woonzorgcentrum aan om een robot in te zetten, betrek dan ook je medewerkers en de bewoners hierbij. Kader het goed en geef de mensen een stem in het debat. Je moet dit goed aanpakken, want natuurlijk kunnen mensen de robot enkel leren kennen en dus ook waarderen als hij er is. Sommigen zullen bij de confrontatie met de realiteit aangenaam verrast zijn, anderen dan weer teleurgesteld.”

“Een volgende stap in mijn onderzoek is het organiseren van groepsgesprekken met ouderen over de ethische aspecten van sociaal ondersteunende robotica. Daarna volgt een filosofisch luik. Wat is goede zorg? Wat is technologie? Kunnen beide worden verzoend? De mens is van oudsher een technologisch wezen dat gebruikmaakt van objecten buiten zichzelf om te leven en doorheen die objecten zichzelf ook vormt. De introductie van robots doet ons opnieuw nadenken over onszelf. Het opent nieuwe mogelijkheden, maar sluit ook oude. Uit studies blijkt dat bij veel mensen de schrik voor misbruik wel degelijk aanwezig is, net omdat een robot dat functionele overstijgt en sociaal wordt.”

“Mijn persoonlijke mening? Je kunt niet blind zijn voor de voordelen van robots in de zorg. Maar ze kunnen de mens niet vervangen, alleen maar ondersteunen. Robots kunnen ons bevrijden om te zorgen. Ze bevrijden ons niet van de zorg. Als het alleen gaat over meer productie en efficiëntie, dan laten we het zorgdiscours los. Daarover moeten we het debat voeren. In elke voorziening, maar ook in onze samenleving. Ik wil daar met mijn onderzoek aan bijdragen.”

 

TEKST: FILIP DECRUYNAERE • BEELD: JAN LOCUS

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.