Diversiteit in zorg
03/02/2017
Zorgbeleid Algemene Ziekenhuizen

Hoe ervaren minderheidsgroepen hulpverlening in de ziekenhuiscontext?

Wereldwijd worden hulpverleners meer en meer geconfronteerd met de uitdagingen van interculturele zorgverlening. Ook in de interculturele zorgontmoeting proberen hulpverleners een menswaardig antwoord te bieden op de zorgvraag van een kwetsbare persoon. Wanneer het gaat om patiënten uit etnisch-culturele minderheidsgroepen, kan deze kwetsbaarheid groter zijn omdat er specifieke interculturele drempels zijn die de zorgontmoeting al dan niet kunnen bemoeilijken.

Tot nu toe was er geen wetenschappelijk inzicht in de bestaande internationale literatuur omtrent de interculturele zorgontmoeting zoals deze wordt ervaren door de patiënten. Daarom heeft Liesbet Degrie, doctoraatsstudente aan de KU Leuven, onder begeleiding van Prof. Yvonne Denier en Prof. Chris Gastmans (beiden stafmedewerker ethiek bij Zorgnet-Icuro en als onderzoeker/docent verbonden aan de KU Leuven), via een systematische literatuurstudie de bestaande empirische evidentie onderzocht over de interculturele zorgverlening in de ziekenhuiszorg, bekeken vanuit het perspectief van de patiënten.

In deze nota bezorgen we u graag de studie in bijlage en geven we kort de belangrijkste resultaten weer. Voor meer informatie verwijzen we naar het artikel zelf, alsook naar verdere referenties op het einde van deze nota.

Methode

Het doel van de literatuurstudie was het verwerven van inzicht in de ervaringen van de interculturele zorgontmoeting in de ziekenhuiscontext, vanuit het perspectief van de patiënten. Hiervoor werd een systematische en wetenschappelijk gevalideerde zoektocht ondernomen doorheen alle bestaande onderzoeksliteratuur wereldwijd over dit thema. Enkel studies, gepubliceerd tussen 2000 en 2015 werden geïncludeerd in de literatuurstudie.

Resultaten

In totaal werden 51 internationale studies opgenomen in de studie. De meesten kwamen uit Europa (15), VS (10), Canada (10) en Australië (9). Wat betreft de afdelingen, werd de hoofdmoot van de studies uitgevoerd op de afdeling materniteit (29) of in de setting van het ziekenhuis in het algemeen (13). Daarnaast waren er bv. ook studies uit oncologie (2) en GGZ (1).

Uit de studies blijkt dat er in de interculturele ziekenhuiszorg vier dimensies verschijnen. Deze dimensies beschrijven de interculturele zorgontmoeting als:

1. een ontmoeting van twee verschillende culturele zorgcontexten

2. waarbij binnen een dynamisch en circulair zorgproces

3. gebalanceerd wordt tussen de twee culturele zorgcontexten

4. en waarbij dit zorgproces beïnvloed wordt door mediatoren zoals medemenselijkheid, communicatie, familie en de organisatiecultuur van het ziekenhuis.

We lichten deze vier dimensies kort toe.

1) Een ontmoeting van twee verschillende culturele zorgcontexten

Wanneer etnisch culturele minderheden in het ziekenhuis worden opgenomen voor een verblijf van minstens enkele dagen, dan ontstaat er onvermijdelijk een ontmoeting tussen de culturele zorgcontext uit het persoonlijke leven van de patiënt en die van de hulpverleners en het ziekenhuis. En deze twee zorgcontexten kunnen intercultureel verschillen.

Als patiënt neemt men onvermijdelijk de eigen culturele visies, verwachtingen en praktijken van zorg uit het persoonlijke leven mee naar het ziekenhuis. En deze visies en praktijken hebben te maken met de interpersoonlijke wijze van voor elkaar zorgen, binnen de eigen culturele gemeenschap of religieuze cultuur, alsook met de betekenis en interpretatie van ziekte, gezondheid, behandeling en zorg, beleving van emoties en pijn, voeding, bezoek, etc.

Omgekeerd, is er ook de ziekenhuiscultuur en de culturele visies, invullingen en praktijken van goede zorg van de zijde van de hulpverleners. Ook deze maken deel uit van de zorgcontext, van het persoon-zijn van de hulpverlener, zijn of haar visie op goede zorg, ondersteuning van de patiënt, alsook van de geplogenheden, interpersoonlijke belevingen en verwachtingen aangaande de zorg, en gezamenlijke afspraken (bv. bezoekregeling, maaltijdzorg, etc.) binnen de organisatie.

2) Een dynamisch en circulair zorgproces

Hoe gaan patiënten om met deze ontmoeting van twee verschillende culturele contexten van zorg tijdens hun verblijf in het ziekenhuis? De patiënten beschrijven de interculturele zorgontmoeting in de eerste plaats als een dynamisch en circulair relationeel proces. Het is geen eenmalig gebeuren met een onmiddellijk positieve of negatieve uitkomst, maar een proces dat gaandeweg evolueert, met elke nieuwe ontmoeting met verschillende hulpverleners tijdens het ziekenhuisverblijf. In essentie is het zo dat elke interculturele zorgontmoeting kan leiden tot een betekenisvolle en verrijkende zorgrelatie, maar omgekeerd, ook kan leiden tot wederzijds onbegrip en afstand. En alle variaties en vormen hier tussenin, eventueel verschillend van hulpverlener tot hulpverlener.

Cruciaal in dit verband is het al of niet beschikken over de mogelijkheid om elkaar echt te ontmoeten in de zorg, verwachtingen op elkaar af te stemmen, vertrouwen te creëren, moeilijkheden en vragen omtrent de zorg samen te kunnen aanpakken, ondanks de mogelijke culturele verschillen.

3) Balanceren tussen de twee culturele zorgcontexten

Tijdens hun ziekenhuisverblijf, zo beschreven de patiënten, is het voor patiënten uit etnisch-culturele minderheidsgroepen, soms een noodzaak om te balanceren tussen de twee verschillende zorgcontexten.

Vooreerst moeten ze hun eigen gekende en vertrouwde zorgcontext binnen de familie en omgeving verlaten om zich vervolgens in te schakelen in de zorgcontext van het ziekenhuis, die soms vreemd en ongekend is, waardoor gevoelens van zich verloren voelen, eenzaamheid, angst en onrust, het gevoel een vreemdeling te zijn, sterk naar voren kunnen treden. De voor sommige patiënten ongekende ziekenhuisstructuren, organisatievormen, protocollen, zorgsnelheden, wachttijden, uren en regelingen, administratieve vereisten, kunnen een betekenisvolle zorgrelatie in de weg staan wanneer hier onvoldoende aandacht voor is of informatie wordt geboden.

Daarnaast, zo blijkt uit de data, is er ook een proces van balanceren tussen vroegere ervaringen van (ziekenhuis)zorg, ofwel uit het land van herkomst, eventueel zelfs vanuit traumatische ervaringen tijdens het migratieproces (bv. bij vluchtelingen, oorlogservaringen, verlies familieleden), ofwel reeds in het nieuwe thuisland (ook hier kunnen de ervaringen variëren van positief naar negatief) en de huidige zorgcontext. De vroegere ervaringen zijn medebepalend voor de al dan niet aanwezigheid van vertrouwen in de hulpverleners, en het al of niet kunnen realiseren van een betekenisvolle en vertrouwvolle interculturele zorgrelatie in de huidige ziekenhuiscontext.

Als derde element in het balanceringsproces zien we dat patiënten vaak moeten balanceren tussen verwachtingen, noden en preferenties vanuit de eigen culturele zorgcontext en de realiteit van hun ervaringen in de cultuur van de ziekenhuiscontext. Essentieel in dit verband is dat de patiënten en hulpverleners hierover in relatie kunnen treden en er samen over kunnen spreken, en eventueel afspraken maken. Typevoorbeelden zijn de plaats van religie en gebed tijdens het ziekenhuisverblijf, de betekenisgeving aan hun ziekte en zorgproces, omgangsvormen en elementen van schroom, man-vrouwverhoudingen, voeding en hygiëne, impliciete attitudes en lichaamstaal, etc. Ook hier is het voor hulpverleners van belang om niet te overculturaliseren en er steeds vanuit te gaan dat iedere patiënt een unieke persoon is, die op zijn of haar eigen wijze in

meer of mindere belang hecht aan de rol van cultuur en religie tijdens het ziekenhuisverblijf. De enige manier om dit goed te kunnen inschatten, is door met elkaar in gesprek te gaan hierover.

4) Mediatoren

Of een ziekenhuisverblijf voor patiënten uit etnisch-culturele minderheden, uiteindelijk leidt tot een betekenisvolle en vertrouwvolle zorgrelatie, wordt in essentiële mate bepaald door vier mediatoren.

De eerste, en dat kwam zeer sterk naar voren, is de aanwezigheid van medemenselijkheid in de zorg. Voor patiënten uit etnisch-culturele minderheden, is de gemeenschappelijke medemenselijkheid, ongeacht de mogelijke culturele verschillen, essentieel. Hiermee wordt bedoeld: vriendelijkheid, zorgzaamheid, oprechte aandacht, empathie en wederzijds respect, spreken met elkaar, interpersoonlijke ontmoeting. In zulke gevallen voelt men zich gewaardeerd als een persoon met een zorgnood, en niet als ‘een persoon uit een bepaalde cultuur.’

Daarnaast is taal en communicatie een belangrijke mediator. Dit is een complex en multidimensioneel fenomeen dat een bron kan zijn van veel misverstanden. Het is zeer moeilijk om te komen tot een betekenisvolle zorgrelatie wanneer de patiënt de taal niet of zeer gebrekkig beheerst. Het leidt vaak tot wederzijdse onrust, stress, frustratie. Terwijl goede informatie en communicatie net essentieel is in een goede zorgrelatie. Naast het feitelijke taalgebruik is er ook de essentiële factor van non-verbale communicatie (lichaamstaal, gebaren, gelaatsuitdrukking, intonatie, aanraking, blik). Ook deze heeft grote invloed op de wijze waarop patiënten de zorgrelatie beleven. Daarnaast zijn er ook culturele (wijze van aanspreken, aankijken, hand geven, grapjes, etc.), sociale (communicatie als proberen in te stellen van een interpersoonlijke relatie) en structurele (tolken, interculturele bemiddelaars, …) aspecten van communicatie die voor patiënten uit etnisch-culturele minderheidsgroepen een bepalende rol spelen in de zorgervaring tijdens het ziekenhuisverblijf.

Als derde element kwam de rol van familie naar voren. Kan de familie en nabije omgeving al dan niet een betekenisvolle rol spelen in het hele proces van balanceren tussen twee culturele zorgcontexten? Zijn zij ook partner in de zorg? Kunnen ze op een betekenisvolle wijze mee deel uitmaken van het zorggebeuren? Kunnen er goede afspraken worden gemaakt? In de studie worden vele verschillende voorbeelden gegeven van de wijze waarop familie en naasten hier een ondersteunende rol in kunnen spelen.

Ten slotte is er de organisatiecultuur van het ziekenhuis. Hoe verloopt het zorgtraject van een patiënt vanaf de opname tot aan het ontslag? Is er de mogelijkheid voor de hulpverleners om in een betekenisvolle zorgontmoeting te treden met patiënten uit etnisch-culturele minderheden? Of is dit, wegens gebrek aan visie, beleid en ondersteuning, voldoende personeel, tolken en bemiddelaars, etc. een onbegonnen zaak? Om te komen tot een betekenisvolle interculturele zorgontmoeting, moet de zorgcontext en de ziekenhuiscultuur, bekeken vanuit de organisatie, hier ook actief ondersteunend in zijn.

Besluit

In dit hele proces van balanceren tussen de verschillende culturele contexten van zorg, kan een ziekenhuisverblijf voor patiënten uit etnisch-culturele minderheden leiden tot een betekenisvolle interculturele zorgontmoeting, of tot een distantiëring, een volledig losmaken van enige positieve ervaringen of verwachtingen ten aanzien van toekomstige zorgsituaties.

Een betekenisvolle interculturele zorgontmoeting is een zorgrelatie waarbij hulpverleners en patiënten elkaar als persoon ontmoeten in de zorg, ongeacht de mogelijke culturele verschillen of misverstanden. Het belangrijkste cement is medemenselijkheid en wederzijds vertrouwen. De patiënt kunnen omringen als persoon in de brede, holistische zin van het woord.

Gedistantieerde, losgemaakte zorg is het gevolg van een interculturele zorgontmoeting waarbij het onmogelijk was om elkaar in de zorg tegemoet te komen, om de eventuele culturele verschillen wederzijds te overbruggen. Wederzijds onbegrip, wantrouwen, fatalisme en gelatenheid, is het gevolg.

Wil je meer weten?

Deze studie maakt deel uit van een ethisch reflectie- en actieproces omtrent interculturele zorgverlening dat reeds in 2007 werd gestart. De belangrijkste referenties in deze zijn:

Ethisch advies 15 ‘Goede zorg bij etnisch-culturele diversiteit’ (2011). U kan dit hier downloaden.

Twee reportages op You Tube: reportage 1 & reportage 2.

Een internationaal artikel: Denier Y & Gastmans C (2013). ‘Realizing Good Care in a Context of Cross-Cultural Diversity. An Ethical Guideline for Healthcare Organizations in Flanders, Belgium.’ Social Science & Medicine 93 (2013) 38-46. (te verkrijgen op aanvraag via e-mail: Marianne.troch@zorgneticuro.be)

Het bijgevoegde artikel: Degrie L, Gastmans C, Mahieu L, Dierckx de Casterlé B & Denier Y (2017). ‘How do Ethnic Minority patients Experience the Intercultural Care Encounter in Hospitals? A Systematic Review of Qualitative Research.’ BMC Medical Ethics 18:2 (Open Access).

Wij hopen u hiermee van dienst te zijn in de zoektocht naar goede en betekenisvolle interculturele hulpverlening.